Zoeken
Uitspraak Raad van Tucht 16 november 2015 (T 344)
- Indien tussen een klager en een verweerder nimmer een cliëntrelatie heeft bestaan, kan de klager zich niet met vrucht beroepen op schending van artikelen uit het RBU die in het bijzonder de cliëntrelatie betreffen (vgl. RvB 16 oktober 2013, nr. B 86).
- Een brief van een lid van de NOB geen duidelijk onjuiste feiten mag bevatten en mag niet onnodig beledigend van toon zijn (vgl. RvT 16 januari 2007, nr. T 242).
NOB-commentaar op de wet aanpassing fiscale eenheid
NOB-commentaar op de wet aanpassing fiscale eenheid
Nader NOB-commentaar op het wetsvoorstel Belastingplan 2016 c.a.
Nader NOB-commentaar op het wetsvoorstel Belastingplan 2016 c.a.
Uitspraak Raad van Tucht 16 oktober 2015 (T 341)
- Uit de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat Verweerder zich bewust was van de juridisch zwakke positie van Klaagster richting haar ex-partner. De Raad van Tucht is van oordeel dat Verweerder dat terecht in zijn advisering heeft betrokken.
- Indien met een cliënt discussie bestaat over de omvang van de aan een lid verstrekte opdracht en over afspraken over de facturering, rust op dat lid de bewijslast van de juistheid van zijn visie. Een schriftelijke opdrachtbevestiging is daartoe de meest aangewezen wijze.
- Verweerder heeft bij de benadering van het netto besteedbaar inkomen van Klaagster ten onrechte geen rekening gehouden met de door Klaagster verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. Deze fout is echter van onvoldoende gewicht om een maatregel op te leggen.