U bent hier

NOB-commentaar bij de evaluatie van de innovatiebox

15 maart 2016

Naar aanleiding van de Evaluatie van de innovatiebox van 2010 tot 2012, zoals opgenomen in de brief van de staatssecretaris van Financiën van 19 februari 2016, heeft de Commissie Wetsvoorstellen van de NOB (hierna: “de Orde”) op dinsdag 15 maart 2016 een eerste reactie gegeven.

De Orde herkent zich in het positieve beeld dat uit de evaluatie voortvloeit. De innovatiebox is een goed uitvoerbare regeling, met een positief effect op de innovatie en voor het fiscale vestigingsklimaat. De effecten op innovatie en het vestigingsklimaat kunnen overigens niet los worden gezien van andere fiscale maatregelen, zoals de WBSO en de RDA, stimuleringssubsidies en de aanwezigheid van toponderzoekers en toponderzoeksinstituten in Nederland. De Orde ziet overigens een, niet met cijfers onderbouwde, ontwikkeling dat het MKB de innovatiebox de laatste jaren ook steeds vaker weet te vinden en toe te passen.

Bij aanpassing van het regime van de innovatiebox pleit de Orde ervoor om:

  • de toegang tot de innovatiebox zo ruim mogelijk te houden (S&O-activa, software, kwekersrechten en octrooien) en de huidige toegangsmogelijkheden niet verder te beperken dan strikt noodzakelijk op grond van BEPS-rapport nummer 5 vereist. Dit laatste ook om in internationaal verband niet uit de pas te lopen met andere (vergelijkbare) IP-regimes. De Orde pleit tevens voor een voorzetting van de zelfstandige toegang middels octrooien en kwekersrechten;
  • de innovatiebox ook open te stellen voor inkomstenbelastingondernemers, zodat het MKB nog meer gebruik kan maken van de innovatiefaciliteiten en de doelgroep nog beter bereikt wordt; en
  • de eventuele budgettaire opbrengst op de eerste plaats te gebruiken voor het verbeteren van (bestaande) innovatiefaciliteiten. Een en ander is in lijn met hetgeen de Staatssecretaris van Financiën in zijn brief van 5 oktober 2015 met daarin de Kabinetsappreciatie van de BEPS-voorstellen opmerkt. Namelijk: de eventueel vrijgevallen middelen dienen ten goede te komen van het innovatieve bedrijfsleven.

Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden mr. M.V. Lambooij (voorzitter), prof. mr. J.W. Bellingwout, drs. M.J.A.M. van Gijlswijk, prof. dr. E.J.W. Heithuis, mw. prof. dr. S.J.C. Hemels, prof. dr. P. Kavelaars, prof. mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok, drs. C. Overduin, drs. W.H. Peters, mr. M.H.C. Ruijschop, mr. E.B. van der Stok, prof. dr. J.L. van de Streek, mr. E.A. Visser, mw. mr. B.E.M. den Boer (secretaris wetsuitvoering) en mr. P.A. Anthoni (secretaris wetgeving) met medewerking van NOB-leden mw. mr. F.E. Beijdorff, mr. G.M.R. Blokland, mr. M.J. van Iersel, drs. B.J. Kiekebeld, drs. W.J.G. Paardekooper en mr. J.A.P. Rijnen.