Wijziging bestuurlijke boetes ingevolge Wwft

Per 1 augustus 2009 is een nieuw boetestelsel van kracht geworden voor onder meer overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft, zie het nieuwe artikel 28). Het nieuwe boetestelsel kent in beginsel drie categorieën overtredingen (licht, midden en zwaar) met elk een basisboete, minimumboete en maximumboete:

Ingevolge het Besluit boetes financiële sector (artikel 13) kent de Wwft alleen overtredingen van de lichte en de midden categorie. Voor bijvoorbeeld het niet tijdig uitvoeren van het cliëntenonderzoek of het niet naleven van de educatieverplichting geldt een basisboete van € 10.000,-. Instellingen die bijvoorbeeld het cliëntenonderzoek niet (correct) uitvoeren of een ongebruikelijke transactie niet melden of het tipping-off verbod overtreden riskeren een basisboete van € 500.000,-. De toezichthouder dient hierbij rekening te houden met boeteverlagende dan wel boeteverhogende omstandigheden. In geval van recidive binnen vijf jaar na het opleggen van een boete worden de maximumboetebedragen verdubbeld. Dergelijke bestuurlijke boetes kunnen niet alleen worden opgelegd aan de instelling/rechtspersoon, maar ook aan opdrachtgevers of feitelijk leidinggevenden (artikel 5:1, derde lid Awb jo. artikel 51, tweede lid Wetboek van Strafrecht).

Het nieuwe boetestelsel is van toepassing op overtredingen aangevangen of begaan na 1 augustus 2009. Ter zake van overtredingen begaan vóór 1 augustus 2009 geldt nog het oude artikel 28 Wwft met bijlage en kan de toezichthouder een boete opleggen variërend van € 2.722,50 tot € 21.780,--  afhankelijk van de omzet  van de instelling.

Het boeteregiem geldt overigens niet voor beroepsbeoefenaren die onderworpen zijn aan tuchtrechtspraak (artikel 27, lid 2 Wwft). De NOB heeft in 2008 de statuten gewijzigd en de toezichthouder ingevolge de Wwft de mogelijkheid gegeven, ingeval van bezwaren tegen het handelen of nalaten van een lid van de NOB, een tuchtklacht in te dienen bij het tuchtcollege van de NOB. De toezichthouder het Bureau Financiëel Toezicht (BFT) stelt zich echter met een beroep op de wetsgeschiedenis op het standpunt dat alleen aan beroepsbeoefenaren die onder een wettelijk tuchtrecht vallen, geen boete opgelegd kan worden.