U bent hier
Wijziging bestuurlijke boeten ingevolge Wwft
De artikelen 28a t/m 28g van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) handelden over de bestuurlijke boete die de toezichthouder kan opleggen ter zake van een overtreding van de Wwft, bijvoorbeeld ter zake van het niet (correct) uivoeren van een cliëntenonderzoek, het niet (tijdig) melden van een ongebruikelijke transactie of het niet naleven van de onderwijsverplichting. De betreffende artikelen zijn per 1 juli 2009 vervallen. Het gaat hier om een aanpassing aan de Algemene wet bestuursrecht (vierde tranche), waarin per 1 juli 2009 algemene regels over bestuurlijke boeten zijn opgenomen.
Verder heeft de Eerste Kamer op 7 juli 2009 ingestemd met de Wet wijziging boetestelsel financiële wetgeving (Eerste Kamer, 2008/2009, nr. 31 458, A). Deze wet verhoogt de maximaal op te leggen bestuurlijke boeten ingevolge de Wwft aanzienlijk. De hoogte van de bestuurlijke boete kan voor een belastingadvieskantoor nu nog variëren van € 2.722,50 tot € 21.780,-- afhankelijk van de omzet (artikel 28 Wwft met bijlage). Na inwerkingtreding van de Wet wijziging boetestelsel financiële wetgeving wordt het maximumbedrag van de bestuurlijke boeten per soort overtreding bij Algemene Maatregel van Bestuur bepaald, met dien verstande dat de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding van de Wwft ten hoogste € 4.000.000,-- kan bedragen, of maximaal twee keer het bedrag van het door de overtreder verkregen voordeel, indien dit voordeel groter is dan € 2.000.000,-- (artikel VI wetsvoorstel). Dergelijke boeten kunnen niet alleen aan de instelling/rechtspersoon worden opgelegd, maar ook aan hen die opdracht hebben gegeven tot of feitelijk leiding hebben gegeven aan de overtreding (artikel 5:1, derde lid Awb jo. artikel 51, tweede lid Wetboek van Strafrecht).