U bent hier

Vijf vragen aan... Rien van Dieren over de PE-leergang Formeel Belastingrecht

11 maart 2015

 Op 8 april 2015 start de nieuwe PE-leergang Formeel Belastingrecht met het onderdeel ‘Aangifte, aanslag en navordering’. Rien van Dieren (Van Dieren Belastingadviseur) is één van de twee docenten bij deze eerste van negen modules waaruit de leergang is opgebouwd.

Formeel belastingrecht: hoe belangrijk is dat voor NOB-leden?
‘Het wordt steeds belangrijker, want belastingplichtigen en hun adviseurs worden vandaag de dag veel scherper afgerekend op de formele aspecten van hun handelen dan tien of vijftien jaar geleden. De eerste module van de leergang is met name bestemd voor adviseurs die hun cliënten fiscaal op een breed gebied bijstaan. Die moeten echt een behoorlijke kennis van het formele belastingrecht hebben. Aanslag, aangifte en navordering behoren nu eenmaal tot hun dagelijkse praktijk; de formele regels die daar gelden moeten ze in hun vingers hebben. Mede afhankelijk van de vraag of je zelf in voorkomende gevallen procedeert geldt dat ook voor de andere modules van de leergang – die je overigens ook afzonderlijk kunt volgen.’

Formeel belastingrecht gaat over de relatie tussen belastingplichtige en de fiscus. Hoe ontwikkelt die relatie zich?
‘Enerzijds is er horizontaal toezicht, met wederzijds vertrouwen en transparantie als trefwoorden. Maar de andere kant van het verhaal is dat de fiscus over een indrukwekkend – en steeds groeiend – arsenaal aan dwangmiddelen beschikt. We hadden al sinds 2010 de bestuurlijke boete van de vierde tranche Awb, waarvan het overtredersbegrip later nog weer is uitgebreid. In 2011 werd de fiscale strafbeschikking ingevoerd. In 2012 volgde artikel 10a AWR, op grond waarvan belastingplichtigen uit eigen beweging achteraf geconstateerde onjuistheden of onvolledigheden aan de inspecteur moeten melden. Die twee nogal uiteenlopende ontwikkelingen – horizontaal toezicht, maar ook meer dwangmiddelen – zorgen voor een groot spanningsveld. Fiscus en belastingplichtige proberen het allebei zo lang mogelijk gezellig te houden, maar als er op een gegeven moment sprake is van onoverbrugbare meningsverschillen dan ligt het voor de hand dat de fiscus naar de beschikbare formele middelen grijpt. De adviseur kan dan in het belang van zijn cliënt niet achterblijven.’

Heeft die situatie gevolgen voor de zorgplicht van de belastingadviseur?
‘Ja. De eis dat een vereiste aangifte wordt ingediend is er altijd geweest. Maar zeker dat artikel 10a AWR zorgt ervoor dat de adviseur het wat benauwd krijgt. Hij moet zich tot vijf jaar na het indienen van de aangifte nog afvragen of die wel correct en volledig is geweest. Dat kan ver gaan: als je in de aangifte een positie hebt ingenomen die in latere jurisprudentie onderuit wordt gehaald – waardoor bijvoorbeeld het pleitbare standpunt dat je had er niet meer is – dan word je geacht dat te melden. Dat zal je cliënt, met wie je als belastingadviseur vaak een intensieve en langdurige relatie hebt, je niet in dank afnemen. Maar meld je niet dan lopen zowel jij als je cliënt flinke risico’s.’

Al met al: fiscale controle is in toenemende mate een gedeelde verantwoordelijkheid van de belastingplichtige/adviseur en de Belastingdienst geworden?
‘Ja, maar het is dus wel een opgelegde verantwoordelijkheid. Voor de adviseur betekent het dat hij ook na het afronden van een opdracht de cliënt moet blijven begeleiden. Om adequaat te kunnen adviseren is goede kennis van het materiële belastingrecht nodig. Maar komt het op de uitvoering aan dan is kennis van het formele belastingrecht net zo belangrijk. En ik kan iedereen verzekeren: als je de negen modules van deze leergang volgt dan ben je op dat gebied goed bij de tijd.’

Liggen er nog meer ingrijpende ontwikkelingen in het verschiet?
‘Ik denk dat we ons moeten voorbereiden op meer spontane informatieverplichtingen, inclusief boetedreigingen. Verder is het waarschijnlijk dat de navorderingstermijn ook in binnenlandse situaties twaalf jaar wordt. Dan kan het gebeuren dat gedrag van pakweg tien jaar daarvoor wordt beoordeeld naar de maatstaven van nu, waarbij het heel goed mogelijk is dat wat toen aanvaardbaar was dat nu niet meer is. Dat leidt bijna automatisch tot extra voorzichtigheid, wat van invloed kan zijn op de verhouding met je cliënt.’ 

Zie het programma van de module ‘Aangifte, aanslag en navordering’ en de cursusomschrijving. Inschrijvingen geschieden in volgorde van binnenkomst van aanmelding.  U kunt zich voor dit seminar aanmelden via uw Persoonlijke Pagina.

Voor meer informatie over de leergang, zie de cursusomschrijving.