U bent hier

Vijf vragen aan Jon Hornstra/Ministerie van Financiën over HT moet transparanter worden

14 december 2018

‘HT moet transparanter worden’

Horizontaal toezicht verder ontwikkelen tot een door ondernemers en fiscaal dienstverleners  algemeen geaccepteerde benadering in de toezichtstaak van de Belastingdienst. Dat is de doelstelling van het project ‘Doorontwikkeling HT’ dat de Belastingdienst in mei van dit jaar begon. Jon Hornstra, lid van de projectgroep, geeft tekst en uitleg.

Waarom dit project?
‘HT heeft inmiddels een geschiedenis van dertien jaar. Binnen en buiten de Belastingdienst bestond behoefte aan een inventarisatie van de sterke en zwakke punten van het oorspronkelijke concept. Hoe past HT in de komende jaren in de totale handhavingsstrategie? Sluit HT goed aan bij alle internationale ontwikkelingen? Hoe staat het met de effectiviteit en efficiency? Waar lopen de HT-verwachtingen van fiscus, belastingplichtige en fiscaal dienstverlener uiteen? Op die vragen willen we een antwoord krijgen. HT moet transparanter en moderner worden.’

Hoe is het project georganiseerd? 
‘De opdracht komt van het ministerie van Financiën. De projectorganisatie bestaat uit een stuurgroep waarin de top van de Belastingdienst is vertegenwoordigd en een projectgroep voor het feitelijke onderzoekswerk en de rapportage. Daarnaast zijn er twee klankbordgroepen: een interne met medewerkers van de Belastingdienst en Financiën, die de toepassing en de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst toetst, en een externe met vertegenwoordigers van de wetenschap, het bedrijfsleven en de belastingadviessector – waaronder de NOB – die reageren vanuit de wet- en regelgeving en de dagelijkse uitvoeringspraktijk. Een breed gezelschap dus; we consulteren alle belanghebbenden bij de analyses die we maken en de beleidsaanpassingen die we op grond daarvan voorstellen.’

Wat is de stand van zaken nu?
‘We hebben vanaf juni in gesprekken met alle interne en externe partijen geïnventariseerd op welke onderdelen het bestaande HT-concept zou moeten worden aangepast. Dat heeft veel informatie opgeleverd, die we verwerkt hebben in een voorstel voor een doorontwikkeld HT-model. Een essentieel punt daarbij is meer transparantie: verantwoording over hoe het werkt en over de effectiviteit en efficiency. Er wordt ook gevraagd om meer differentiatie. Nu zit je als onderneming in het HT-traject of niet, wat al gauw wordt geassocieerd met wederzijds vertrouwen en geen vertrouwen. Van die zwart/wit-typering moeten we af. We willen duidelijker maken wat over en weer de verwachtingen mogen zijn bij de entree van HT en ook wat er gebeurt bij een exit. Overall geldt: HT past in het streven van de Belastingdienst om zoveel mogelijk in de actualiteit te werken; het is een regulier onderdeel van onze handhavingsstrategie.’

Gaat de Belastingdienst zich ook meer bemoeien met de inrichting van het Tax Control Framework van belastingplichtigen? 
‘Nee, ondernemingen blijven daarvoor zelf verantwoordelijk. Wel willen we tegemoet komen aan het regelmatig gehoorde bezwaar dat we ons niet duidelijk uitspreken over de waarde en de gevolgen van een bestaand TCF. De Belastingdienst gaat de gevolgen voor het toezicht actief en regelmatig delen met ondernemers. We willen ook – samen met de gebruikers – praktijkvoorbeelden beschrijven. Zulke good practices kunnen voor andere gebruikers een belangrijke steun zijn. We zullen dus meer duidelijkheid geven, maar de verantwoordelijkheid voor het inrichten van het TCF gaan we niet overnemen.’     

Wat is de planning voor de komende tijd?
‘Momenteel bespreken we ons aangepaste HT-model met alle betrokkenen, intern en extern. Dat culmineert in een conferentie eind januari, waar we ons ontwerp presenteren. Dan kunnen we het project inhoudelijk afronden en het eindrapport naar verwachting voorjaar 2019 aan de top van de Belastingdienst aanbieden. In 2020 kunnen dan de beleids- en uitvoeringswijzigingen van het aangepaste model worden doorgevoerd.’