U bent hier
Vijf vragen aan Hein Vermeulen
MDR: zoeken naar het recht
Bij de invoering van de Mandatory Disclosure Rules (MDR/DAC6; in Nederland geïmplementeerd in de Wet op de internationale bijstandsverlening) zijn recent drie cruciale data gepasseerd: 1 en 31 januari en 28 februari 2021. Hein Vermeulen (PwC), lid van de sectie MDR en van de sectie Europees Fiscaal Recht, laat zien hoe de NOB de leden bij deze complexe en tijdrovende operatie kan ondersteunen.
Die drie data: wat markeren die?
‘Op 1 januari ging de MDR-meldplicht in. Daarna kwam 31 januari: dat was de uiterste datum voor meldingen uit de overgangsperiode – die liep van 1 juli 2020 tot 1 januari 2021. En op 28 februari moesten alle meldingen over de periode van 25 juni 2018 tot 1 juli 2020 zijn ingediend. Kernpunt is steeds dat potentieel agressieve grensoverschrijdende fiscale constructies van cliënten die aan bepaalde zogenoemde wezenskenmerken voldoen bij de Belastingdienst moeten worden gemeld. De meldplicht ligt primair bij de kantoren, maar kan soms verschuiven naar de belastingplichtige.’
Het vraagt nogal wat van de kantoren?
‘Zeker. Overal zijn speciale MDR-commissies opgericht, die zich zowel bezig houden met inhoudelijke vragen – welke constructies moeten mogelijk gemeld worden? – als met de procesmatige kanten van de meldplicht. Daarbij stuiten ze op allerlei praktische punten, bijvoorbeeld hoe je precies een melding in het daarvoor bestemde webformulier invult. Er is hard gewerkt de afgelopen maanden. Het is allemaal extra werk naast het gewone cliëntenwerk; iedereen is nu een beetje MDR-moe.
Gelukkig dat de toestand sinds 1 maart weer “normaal” is. Dat wil zeggen dat meldingen van constructies die aan een of meer van de wezenskenmerken voldoen en waarbij je als adviseur betrokken bent binnen dertig dagen ingediend moeten worden. Nu moeten we ervoor zorgen dat MDR bij iedereen vast onderdeel van de fiscale hygiëne is en blijft. De frequentie van alle MDR-overlegvormen kan naar beneden, maar zeker niet naar nul.’
De problematiek is kennelijk zo complex dat de NOB er vorig jaar een speciale sectie voor heeft opgericht – waarvan jij een van de leden bent. Wat komen jullie tegen?
‘De sectie bestaat uit vijftien leden, werkzaam in alle NOB-geledingen. Vanaf het begin zijn we geconfronteerd met veel en vooral diverse vragen, want op tal van punten bestaat nog onduidelijkheid. Het vraagt de nodige discussie om tot helder en consistent NOB-beleid te komen. Zijn we zover, dan publiceren we de uitkomst op een besloten deel van de website in de vorm van toetsingskaders en casusposities.
Grootste horde die we tegenkomen zijn de open normen die in de richtlijn en ook in de Nederlandse wetgeving gehanteerd worden; er wordt doorgaans nauwelijks toelichting gegeven op de gehanteerde begrippen. Daarnaast blijkt ook dat veel lidstaten een eigen uitleg aan de regels geven; dat vergroot de complexiteit nog eens verder. Het is echt zoeken naar het recht. We hebben de richtlijn, de Nederlandse wetgeving, de parlementaire geschiedenis, een Leidraad van Financiën en nog meer – veel bronnen dus. Weerbarstige materie, maar voor de geïnteresseerde jurist en fiscalist wel heel leuk om mee te werken. In de sectie wordt ook het belang van de NOB duidelijk: de verschillende kantoren zijn even geen concurrenten, maar werken samen aan een goed resultaat voor de belastingadviessector als geheel.’
De sectie vergaart kennis; die willen jullie delen met de leden. Welke middelen zetten jullie daarvoor in?
‘Ik noemde al de website: daar is een speciaal deel gereserveerd voor MDR-vragen. Op 12 januari 2021 hebben we een PE-webinar georganiseerd waar zo’n 300 leden aan deelnamen. Dat willen we binnenkort herhalen – ook om nieuwe kennis te delen. Verder zijn we actief op LinkedIn. En op dinsdag 1 juni organiseren we de eerste cursus voor aspirant-leden, als keuzeonderdeel in de Beroepsopleiding. Daar staan drie vragen centraal: in welke gevallen is de meldplicht van toepassing, wat moet er precies gemeld worden en wie is daar binnen kantoor verantwoordelijk voor? Inschrijving voor deze cursus is mogelijk tot en met 22 maart via de Persoonlijke Pagina.’
Tot slot: hoe stelt de Belastingdienst als meldpunt zich op in deze complexe materie?
‘Heel goed. Als we als PwC een klantenwebinar over MDR organiseren dan komen zij ook hun verhaal vertellen; ik weet dat het zo ook bij andere kantoren gaat. Je kunt vragen stellen; die worden snel beantwoord. Dat loopt allemaal prima. De praktijk en het MDR-team van de Belastingdienst hebben een gemeenschappelijk belang: het voorkomen van “onnodige” meldingen.’