Zoeken
Uitspraak Raad van Beroep 31 januari 2020 (B 105a) tegen de uitspraak van de Raad van Tucht van 8 januari 2019 (T 372a)
Eer en waardigheid (art. 1 RBU). Het handelen van een lid van de NOB buiten de sfeer van het beroep van belastingadviseur is alleen dan in strijd met art. 1 RBU indien dit handelen zo zeer in strijd is met de eer en waardigheid van het beroep van belastingadviseur dat de beroepsgroep hierdoor in diskrediet is gebracht. Een lid van de NOB kan in zijn functie van bestuurder van een advieskantoor tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld indien hij betrokken is geweest bij de afhandeling van de advisering van een klant en daarbij het belang van zijn organisatie of maatschap boven het belang van de klant heeft gesteld, zodanig dat het belang van de klant in ernstige mate wordt veronachtzaamd. Klagers hebben niet aannemelijk gemaakt dat van dergelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door Verweerder sprake is. Ook is door Klagers, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door Verweerder, niet aannemelijk gemaakt dat door Verweerder onjuiste mededelingen zijn gedaan aan diverse overheidsinstanties over de rol en betrokkenheid van aan het kantoor van Verweerder verbonden adviseurs bij de oprichting, inrichting en operationele ondersteuning van de truststructuur van Klagers. Het oordeel van de Raad van Tucht blijft in stand.
Uitspraak Raad van Beroep 31 januari 2020 (B 105b) tegen de uitspraak van de Raad van Tucht van 8 januari 2019 (T 372b)
Eer en waardigheid (art. 1 RBU). Van betrokkenheid van Verweerder bij de advisering en het opzetten van een truststructuur voor Klagers is niet gebleken. Ook is door Klagers, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door Verweerder, niet aannemelijk gemaakt dat op advies van Verweerder, als daar al sprake van is, onjuist en/of onvolledig is geantwoord op vragenbrieven van de Belastingdienst en onjuiste mededelingen zijn gedaan aan diverse overheidsinstanties over de rol en betrokkenheid van aan het kantoor van Verweerder verbonden adviseurs bij de oprichting, inrichting en operationele ondersteuning van de truststructuur van Klagers. Het oordeel van de Raad van Tucht blijft in stand.
Uitspraak Raad van Beroep 31 januari 2020 (B 105c) tegen de uitspraak van de Raad van Tucht van 8 januari 2019 (T 372c)
Eer en waardigheid (art. 1 RBU). Verweerder was slechts zijdelings betrokken bij de opzet van de truststructuur van Klagers, van welke structuur geenszins vaststaat dat die op dat moment - in 2006 - ongeoorloofd was. De Raad van Beroep acht niet bewezen dat het advies over het opzetten van de truststructuur als zodanig vanuit fiscaal (of strafrechtelijk) oogpunt ontoelaatbaar was. Ook acht de Raad van Beroep niet bewezen dat Verweerder bij de advisering over het opzetten van de truststructuur jegens Klagers tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het oordeel van de Raad van Tucht blijft in stand.
Onderzoek exitheffing dividendbelasting
De NOB heeft onderzoek gedaan in hoeverre andere relevante landen een exitheffing in de dividendbelasting hebben. Van de 23 onderzochte landen kennen 19 landen een dividendbelasting en daarvan han
Update enquête over de Code of Conduct: 533 leden gingen u voor.
Op 21 januari 2019 ontvingen alle gewone leden en alle aspirant-leden van de NOB een uitnodiging per mail om een enquête in te vullen over de Code of Conduct.