Persbericht: NOB oordeelt gemengd over Belastingplan 2010

02 oktober 2009

P E R S B E R I C H T

NOB oordeelt gemengd over Belastingplan 2010

Een aantal toe te juichen maatregelen, maar ook de nodige onverteerbare voorstellen. Bovendien een omvang die een zorgvuldige parlementaire behandeling in de beschikbare tijd vrijwel onmogelijk maakt. Dat is het standpunt van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) over het Belastingplan 2010 en enkele bijpassende wetsvoorstellen. De NOB publiceert vandaag een uitvoerig commentaar op de fiscale voornemens van het kabinet.

Simon Strik, voorzitter van de NOB-commissie die het commentaar opstelde, prijst het Belastingplan 2010 op een aantal punten. 'We zijn zeer ingenomen met de aanpassingen in de deelnemingsvrijstelling. Als die worden doorgevoerd is het bedrijfsleven verlost van de grote praktische problemen die bestaan sinds het invoeren van de regeling voor laagbelaste beleggingsdeelnemingen in 2007. Verder zijn we zonder meer positief over het voorstel voor de uniformering van het loonbegrip. Eindelijk een staatssecretaris die dat aandurft. Het betekent voor ondernemingen zonder meer een verlichting van de administratieve lasten.'

De NOB constateert in haar commentaar echter ook een flink aantal moeilijk te verteren maatregelen. 

  • De voorgestelde werkkostenregeling in de loonbelasting, waarbij uitgangspunt is een vrijstelling van 1,5% van de totale fiscale loonsom, mag volgens de NOB vanwege vele bezwaren en onduidelijkheden niet in deze vorm worden ingevoerd. Omdat dit onderdeel van de plannen op z'n vroegst in 2011 in werking treedt, pleit de NOB voor opname van een gewijzigd voorstel in een apart wetsvoorstel, gevolgd door een zorgvuldige parlementaire behandeling in 2010.
  • De bestaande terbeschikkingstellingsregeling in de inkomstenbelasting wordt weliswaar op een aantal punten verbeterd, maar die gelden niet voor de overige 'resultaatgenieters' - zoals free lancers. De NOB vindt dit een niet te rechtvaardigen ongelijkheid. 
  • De NOB betreurt dat de herziene doorschuiffaciliteit in de Wet IB 2001 bij de vererving van aanmerkelijkbelangaandelen beperkt wordt tot bv's die een materiële onderneming drijven. Vererving is immers geen welbewuste en geplande rechtshandeling; ook directeuren-grootaandeelhouders gaan dood. 
  • De voorgestelde wijziging van de navorderingsbevoegdheid van de inspecteur tast volgens de NOB de rechtszekerheid van belastingplichtigen aan. De voorgestelde regeling lijkt zich niet te beperken tot evident kenbare fouten en bevat daardoor een aanzienlijke overkill.

Simon Strik noemt naast de inhoudelijke bezwaren van de NOB ook een belangrijk procedureel punt. 'De voorstellen zijn in totaliteit van een dergelijke omvang dat we zeer betwijfelen of de beschikbare tijd - van nu tot medio december - toereikend is voor een zorgvuldige parlementaire behandeling. Met alle risico's van de invoering van gebrekkige wetgeving die daarbij horen.'  

Klik hier voor het NOB-commentaar.

Meer informatie bij de voorzitter Commissie Wetsvoorstellen, mr. drs. S.A.W.J. (Simon) Strik (06-21251779 of bij het bureau NOB (020-5141880).