U bent hier

Twee technische vragen over de tijdelijke solidariteitsbijdrage

25 november 2022

De NOB heeft nog een tweetal aanvullende technische vragen over de tijdelijke solidariteitsbijdrage, in aanvulling op de eerdere NOB-reactie.

  1. Het is onduidelijk of in alle gevallen buitenlandse winst buiten de grondslag voor de solidariteitsbijdrage blijft. Als inhaalverliezen van vóór 2012 in 2022 worden ingehaald, op grond van artikel 33b Wet Vpb, kunnen buitenlandse winsten in de belastbare winst terecht komen en daarmee dus onder de solidariteitsheffing vallen.
  2. Daarnaast zou de solidariteitsbijdrage van toepassing kunnen worden op meerdere boekjaren, bijvoorbeeld indien een verkort boekjaar in 2022 loopt van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 en vervolgens een tweede boekjaar in 2022 start op 1 juli 2022 en doorloopt tot 30 juni 2023. Het bijdragejaar voor de tijdelijke solidariteitsbijdrage is namelijk omschreven als “elk boekjaar dat aanvangt in het kalenderjaar 2022”.

De NOB hoopt dat duidelijkheid kan worden gegeven of deze twee uitwerkingen bewust en bedoeld zijn.

Achtergronden

Nederland moet op basis van de Verordening (EU) 2022/1854 betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen een solidariteitsbijdrage invoeren. Deze bijdrage dient ter financiering van het noodpakket om de energiecrisis aan te pakken en de gevolgen daarvan te verzachten. Het doel is om de meeropbrengsten van producenten van onder meer zonne- en windenergie af te romen. Het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage is de Nederlandse implementatie daarvan.

 

Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden Robert van der Jagt (voorzitter), Arco Bobeldijk, Matthijs Broekhuizen, Sebastiaan de Buck, Wiebe Dijkstra, Jeroen Elink Schuurman, Michael van Gijlswijk, Martijn Jonkers, Reinout Kok, Netty van Kreveld, Corina van Lindonk, Madeleine Merkx, Jan Nieuwenhuizen, Cor Overduin, Michel Ruijschop, Jeroen van Strien, Max Velthoven, Edwin Visser, Luc van der Voort, David van Wordragen, Pjotr Anthoni (secretaris wetgeving) en Ruben van der Wilt (secretaris wetsuitvoering) en NOB-lid Niels Muller.