Indien een NOB-lid niet voldoet aan de PE-verplichting kan het bestuur een van de volgende maatregelen opleggen:
De verplichte permanente educatie draagt bij aan de geloofwaardigheid van NOB-leden als professionele beroepsbeoefenaars.
De NOB stelt hoge eisen aan de kwaliteit van haar ledenbestand. Deze kwaliteit wordt getoetst bij de aanmelding voor het lidmaatschap. Verder draagt de NOB bij aan de kwaliteit van haar ledenbestand door het verzorgen van een gedegen beroepsopleiding, die als voorwaarde geldt voor toelating tot het gewone lidmaatschap van de NOB. Van een beroepsvereniging mag volgens het bestuur worden verwacht dat ook daarna wordt toegezien op de kwaliteit in de beroepsuitoefening door haar leden. Daartoe kent de NOB een onafhankelijk tuchtrecht, waarin – als daar aanleiding voor is – de praktijkuitoefening van leden wordt getoetst aan de 'eer en waardigheid van het beroep'. Een andere passende manier om de kwaliteit van het ledenbestand te waarborgen, is gelegen in de ingevoerde PE-verplichting.
Om te benadrukken dat het bestuur naleving van de PE-verplichting essentieel vindt, is een sanctiebeleid geformuleerd dat leden de gelegenheid geeft zich te corrigeren maar dat ook recht doet aan de leden die wel aan de PE-verplichting hebben voldaan.
Het bestuur legt leden die voor de eerste keer niet voldoen aan de PE-verplichting de maatregel van een waarschuwing op. Bij een tweede keer niet voldoen aan de PE-verplichting wordt een lid berispt. Indien voor een derde keer niet wordt voldaan aan de PE-verplichting, wordt het lid voor een korte periode geschorst. Bij een vierde keer niet voldoen aan de PE-verplichting vindt het bestuur een ontzetting uit het lidmaatschap gerechtvaardigd.
Naast de opgelegde maatregel moet het lid bovendien het tekort aan uren in het volgend kalenderjaar inhalen (naast de voor dat jaar geldende PE-verplichting).
Een schriftelijke waarschuwing moet worden beschouwd als een terechtwijzing die de onjuistheid van een bepaalde handelwijze, het niet voldoen aan de PE-verplichting, belicht. In geval van een schriftelijke berisping is er sprake van een duidelijk verwijt waarin een veroordeling voor het niet voldoen aan de PE-verplichting is opgenomen. Een schorsing is een zwaardere maatregel voor het herhaaldelijk niet voldoen aan de PE-verplichting. Ontzetting uit het lidmaatschap volgt pas na een vierde keer niet voldoen aan de PE-verplichting. In dat geval is de onwil van het lid om aan deze lidmaatschapsverplichting te voldoen zo evident dat voortzetting van de relatie met het NOB-lid naar het oordeel van het bestuur niet meer kan worden gerechtvaardigd.
De maatregelen waarschuwing en berisping hebben geen directe gevolgen voor het lidmaatschap. Gedurende een periode van schorsing mag het geschorste lid zijn beroep niet als NOB-lid uitoefenen en moet de praktijk worden neergelegd.
Concreet houdt dit in dat het geschorste lid zich op geen enkele wijze bezighoudt met de uitoefening van het beroep. De belastingadviseur dient zich te onthouden van alle werkzaamheden die verband houden met de uitoefening van zijn beroep en het voeren van de belastingadviespraktijk. Voor leden in dienst van een NOB-erkende belastingadviespraktijk betekent dit dat zij gedurende de periode van schorsing op non-actief zijn gesteld. Voor NOB-leden die werkzaam zijn als zelfstandig belastingadviseur of als partner in een samenwerkingsverband met andere NOB-leden houdt dit in dat zij hun praktijk tijdelijk dienen neer te leggen.
Volgens de samenwerkingsregels zoals opgenomen in de statuten van de NOB (artikel 11 en 12 van de statuten) is het NOB-leden niet toegestaan samen te werken met voor het lidmaatschap kwalificerende belastingadviseurs die geen NOB-lid zijn. Een schorsing of ontzetting uit het lidmaatschap heeft dan ook tot gevolg dat (tijdelijk) niet mag worden samengewerkt met andere NOB-leden.
Omdat het niet voldoen aan de PE-verplichting hierdoor uiteindelijk ook gevolgen kan hebben voor het samenwerkingsverband, wordt het bestuur van het kantoor waar het NOB-lid werkzaam is geïnformeerd over de opgelegde maatregel zodra de maatregel onherroepelijk is geworden.