U bent hier

Transfer pricing – Advance Pricing Agreements: nieuwe ontwikkelingen voor de praktijk. Vijf vragen hierover aan Rudolf Sinx

25 februari 2022

Het sluiten van Advance Pricing Agreements (APAs) is al jarenlang een belangrijk instrument voor ondernemingen en belastingdiensten om transfer pricing-risico’s efficiënt en effectief te beperken. Sinds de inwerkingtreding van nieuwe formele vereisten medio 2019 is de belangstelling hiervoor verminderd en lijkt het vragen om zekerheid vooraf door ondernemingen te verschuiven naar documenteren en verdedigen achteraf.  

De vele MDR-meldingen, die worden gedaan op basis van een transfer pricing hallmark, lijken deze tendens te bevestigen. Het belang van de APA-praktijk als effectief en transparant instrument moet echter niet worden onderschat. 

 

Inmiddels lijken de advieswereld, ondernemingen en ook de Belastingdienst daarom toe aan een herijking van het fenomeen APA’s. Rudolf Sinx, Managing Director van Quantera Global en bestuurslid van de sectie Transfer Pricing, licht de actuele ontwikkelingen hieronder nader toe.   

 

Kun je iets meer vertellen over de tendens waarin ondernemingen minder oog hebben voor APA’s? 

De tendens blijkt getalsmatig uit het jaarverslag 2020 van de Belastingdienst. 

Bedrijven zijn de afgelopen jaren overspoeld geworden door een veelheid aan rapportageverplichtingen inzake transfer pricing, zoals documentatie, CbCr en MDR. Daarnaast zijn APA-processen formeler geworden en zijn de toetsingen breder en soms zwaarder. Ook neemt het aantal MAP-verzoeken fors toe. 

 

Al eerder hebben we waargenomen dat coöperatief overleg vooraf steeds meer plaats lijkt te maken voor eenzijdige rapportages met een toetsing achteraf. Het valt bijvoorbeeld op dat er weinig contact is gelegd met de Belastingdienst om knelpunten te bespreken met een corona-achtergrond, terwijl die opening door de Belastingdienst nadrukkelijk is geboden. Er zijn slechts enkele “corona-APA’s afgesloten. Veel bedrijven hebben de gevolgen van de coronacrisis op hun transfer pricing dus blijkbaar zelfstandig ingevuld. Dit gaat dan wel gepaard met een grote mate van onzekerheid. Vooroverleg is voor de Belastingdienst ook een goed instrument om een vinger aan de pols te kunnen houden van het bedrijfsleven en beter inzicht te verkrijgen in de omvang en verscheidenheid van bepaalde problematiek. En dat inzicht kan dan ook weer leiden tot meer c.q. betere begeleiding voor het bedrijfsleven. We zouden daarom graag zien dat het vooroverleg opnieuw veelvuldiger wordt opgezocht, iets waarin Nederland internationaal altijd onderscheidend is geweest.  

 

Wordt de wens tot meer overleg gedeeld door de Belastingdienst, en hebben bedrijven er nog steeds iets aan? 

De afgelopen twee jaren is de Belastingdienst nog wat zoekende geweest naar hoe de nieuwe kaders rond APA’s zouden moeten worden ingevuld, maar ze zijn inmiddels weer prima benaderbaar om over APA’s gesprekken te voeren en deze effectief overeen te komen.  

Het heeft de Belastingdienst het afgelopen jaar verrast dat er zo weinig overleg is gezocht rondom corona, en we hebben in dit kader beluisterd dat verzoeken tot overleg vooraf nog steeds erg op prijs worden gesteld. Dit alles laat onverlet dat APA-processen ingewikkelder zijn dan voorheen.  

 

Bedrijven hebben beslist voordeel bij overleg vooraf, zeker als dat uitmondt in een unilaterale of bilaterale APA. De internationale aandacht voor transfer pricing neemt alleen maar toe en daarmee ook het risico voor bedrijven om geconfronteerd te worden met een discussie met een of meer belastingdiensten. MAP-procedures zijn een belangrijk vangnet, maar de afhandeling ervan is tijdrovend en de uitkomsten zijn erg grillig. Verder is het gewoon erg prettig om bijvoorbeeld de accountant te kunnen melden dat zekerheid via een APA is verleend. 

 

Recent is de behandeling van MAP-verzoeken overgedragen vanuit het Ministerie van Financiën aan de Belastingdienst. Heeft dit ook invloed op APA-verzoeken? 

De overdracht zal beperkt invloed hebben op Bilaterale APA-verzoeken. Het MAP-team is per 1 januari 2022 bevoegd voor het afsluiten van Bilaterale APA’s in plaats van het Ministerie van Financiën, maar nog steeds in nauwe samenwerking met het APA-team. Dit ook gezien het feit dat elke Bilaterale APA wordt omgezet in een Unilaterale APA. 

Daarnaast is het de bedoeling dat het MAP-behandelteam wordt uitgebreid met een aantal mensen. Dit zal, zo hopen wij, de interne afstemming kunnen verbeteren en ook de doorlooptijd. We hebben nog wel enkele wensen. Voor de APA-(en ATR) praktijk zou het handig zijn om de behandeling van verzoeken, en de (onderlinge) verbanden met het Ministerie van Financiën, het APA-team en de commissie IFZ duidelijker te krijgen. 

Publicatie van MAP-zaken zou wellicht welkom zijn op een vergelijkbare manier als de (B)APA’s. Deze zijn voor iedereen toegankelijk terug te lezen. 

 

Wordt de mogelijkheid om APA’s af te sluiten naar verwachting verder beperkt of juist uitgebreid? 

Na een aantal beperkingen om APA’s af te sluiten zien we nu dat de Belastingdienst gelukkig ook weer oog heeft voor mogelijke uitbreidingen. Een belangrijke uitbreiding is de aanstaande mogelijkheid om APA’s overeen te komen omtrent financiële transacties, deze verkeert in de voorbereidende fase. Hierop is door de TP sectie al langere tijd aangedrongen. De komst van het OECD rapport begin 2020 over deze transacties heeft het overleg hierover in een stroomversnelling gebracht 

 

We zien in de praktijk een grote behoefte aan zekerheid vooraf op dit punt, bij de grotere ondernemingen maar ook in de vastgoed wereld. Wij zien dit als een positieve ontwikkeling, waarin Nederland voorop loopt ten opzichte van vele andere landen. 

Anderzijds zijn er restricties, ondermeer die rondom substance, waarbij we ervoor moeten waken dat Nederland zich niet in een isolement gaat plaatsen. We verwachten dat de belangstelling én de mogelijkheid om APA’s te sluiten voor doorstroomlichamen verder zal verminderen. Voor doorstroomlichamen met beperkte substance is de afgifte al geheel tot stilstand gekomen. We zien anderzijds de mogelijkheden juist toenemen – buiten de doorstromers - voor die situaties waarin de substance voldoende is ingericht, ook gelet op de mogelijkheid om over enige tijd APA’s te sluiten rond financiële transacties. Dit past uitstekend bij de grotere treasury activiteiten. 

 

Tenslotte, wat zouden ondernemingen en adviseurs nu moeten doen? 

Het zou goed zijn om weer even met een frisse blik te kijken naar de APA-praktijk en de mogelijkheden die deze biedt om in de internationale fiscale arena op een effectieve wijze om te gaan met transfer pricing risico management. Vooroverleg verdient nadrukkelijk een nieuwe afweging, zeker nu APA’s nog maar een van de weinige ankerpunten bieden om internationaal op voorhand zekerheid te verkrijgen. De Nederlandse APA-praktijk wordt door andere belastingdiensten en het bedrijfsleven nog steeds erkend als een best practice. Laten we eraan werken om deze positie te behouden en deze verder uit te bouwen.