U bent hier

Fiscale Verzamelwet 2022: kans om wat achterstallig onderhoud bij te werken

02 april 2021

De NOB vraagt aandacht voor de algemene misbruikbepaling in het wetsvoorstel en doet daarnaast enkele suggesties voor reparatiewetgeving die al langere tijd op zich laat wachten, waaronder de definitie van een fiscaal kwalificerende buitenlands belastingplichtige en het WKR-eindheffingstarief.

Achtergrond 

Het demissionaire kabinet stuurde in januari 2021 het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 naar de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel bevat:

  • een introductie in de dividendbelasting van een inhoudingsvrijstelling voor vennootschappen met landgoederen in de zin van de Natuurschoonwet 1928;
  • een aantal wijzigingen in de Algemene douanewet; 
  • een technische aanpassing in de afvalstoffenbelasting;
  • het introduceren van een nieuwe rentebepaling in de Invorderingswet 1990;
  • het vervallen van de horizonbepaling in de IW 1990;
  • het opnemen van een algemene antimisbruikmaatregel in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen;
  • een redactionele wijziging in de Wet op de loonbelasting 1964;
  • en een redactionele wijziging in de IW 1990, die alleen worden toegelicht in het artikelsgewijze deel van deze memorie.
Reactie NOB
 
De NOB wil met haar reactie op het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2022 bijdragen aan de kwaliteit van wetgeving. De NOB heeft met belangstelling kennisgenomen van Fiscale verzamelwet 2022 en vraagt aandacht voor de algemene misbruikbepaling in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIB).
 
Daarnaast doet de NOB een aantal suggesties voor reparatiewetgeving – veelal met betrekking tot onderwerpen waarbij reparatie al langere tijd op zich laten wachten – dat kan worden meegenomen in dit wetsvoorstel. Het gaat om:
 
  • Kwalificerende buitenlandse belastingplicht;
  • Aanpassen van het anoniementarief (artikel 26b Wet LB);
  • Aanpassen van het WKR-eindheffingstarief (artikel 31a lid 2 Wet LB) aan de tariefsverlaging die 1 januari 2020 is doorgevoerd; en
  • Inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting.
De volledige reactie is hieronder te lezen.
 
Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden drs. R.A. van der Jagt (voorzitter), prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk, drs. S.P. de Buck, mr. W.E.J. Dijkstra, mr. J.H. Elink Schuurman, drs. M.J.A.M. van Gijlswijk, E.P. Hageman LLM, prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis, drs. J.M. Jonkers, prof. mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok, mw. dr. mr.  N.M.A. van Kreveld, mw. dr. C.L. van Lindonk, prof. dr. mr. M.M.W.D. Merkx, dr. J.H.M. Nieuwenhuizen, drs. C. Overduin, drs. W.H. Peters, mr. M.H.C. Ruijschop, dr. J. van Strien, mr. M.J. Velthoven, mr. E.A. Visser, mr. L. van der Voort, R. van der Wilt LLM (secretaris wetsuitvoering) en mr. P.A. Anthoni (secretaris wetgeving), met medewerking van de NOB-leden drs. R.J. Meindersma e mr. T.H.A. Noë