U bent hier
Vijf vragen aan Henk Koller: ‘We worden op onze wenken bediend’
‘Er speelt gigantisch veel,’ zei voorzitter Bartjan Zoetmulder in Orde.net van 20 september. Als voorbeelden noemde hij een hausse aan belangrijke wetsvoorstellen (fiscale eenheid, implementatie ATAD en Multilateraal Instrument), de in werking getreden Mandatory Disclosure Rules, enkele lopende internetconsultaties en de herziening van een aantal belastingverdragen. Directeur Henk Koller gaat in op de vraag wat dit alles betekent voor de NOB als organisatie.
Het is alle hens aan dek?
‘Ja, al die nieuwe wet- en regelgeving bepaalt voor een belangrijk deel de huidige NOB-agenda en dat vraagt een forse inspanning van de leden die de verschillende besturen, secties en commissies vormen. Daarnaast is de nodige coördinatie vereist om alle in- en externe uitingen goed op elkaar te laten aansluiten. Aan de andere kant: onderdeel van de NOB-strategie voor de komende jaren is dat we actief aan alle maatschappelijke en politieke discussies over belastingen meedoen en dat we ons manifesteren als een denktank die – gevraagd en ongevraagd – commentaar geeft op belangrijke fiscale ontwikkelingen. Nou, wat dat betreft worden we op onze wenken bediend.’
De NOB reageert traditioneel vanuit de fiscale inhoud en laat de beleidskeuzes die gemaakt moeten worden over aan de politiek. Is dat anno 2018 nog zo?
‘Ja, dat blijft het uitgangspunt, maar je ontkomt er als toonaangevende beroepsorganisatie vandaag de dag niet aan om soms een oordeel over de wenselijkheid van een bepaalde maatregel te geven. En dat gebeurt natuurlijk vaker als je jezelf een actieve rol in het fiscale debat toekent. Dat kan wringen, want de NOB is nu eenmaal geen homogene club met één gezicht. Onze leden zijn actief bij zowel de big four, de middelgrote als de kleine kantoren, de advocatenkantoren en ook nog als bedrijfsfiscalist – en daardoor hebben ze niet altijd één en hetzelfde belang. Van die verschillen zijn bestuur en directie zich heel goed bewust.’
Zulke gevoeligheden vragen bestuurlijke empathie en slagvaardigheid. Zijn die er?
‘Ja, die zijn er. En we hebben onze slagvaardigheid recent nog vergroot door een duidelijker splitsing aan te brengen in de activiteiten van het dagelijks en het algemeen bestuur. Alle operationele zaken vallen nu onder het DB, terwijl het AB zich concentreert op de grotere lijnen en de langere termijn. In theorie was die werkverdeling er al, maar in de praktijk liep het nog wel eens anders. Daarin zijn we nu consequenter.’
Wat vraagt – naast al die nieuwe wetgeving en fiscale discussies – ook aandacht van de NOB?
‘We staan voor een onvermijdelijke moderniseringsslag wat betreft de automatisering. Lange tijd zijn we zuinig geweest met investeren, maar willen we als organisatie bij de tijd blijven dan moet er nu wat gebeuren. Denk aan ook voor mobiele apparatuur toegankelijke digitale platforms waar de leden data en opinies kunnen uitwisselen. Idem dito voor cursisten en docenten. En er komt ook een nieuwe website, want de huidige loopt alweer een flink aantal jaren mee en is dus gedateerd. In de nieuwe versie zal de inlogdrempel zoals die nu bestaat bijna helemaal zijn verdwenen, omdat er veel meer documenten toegankelijk worden op het openbare deel van de site. Belangrijk bij dit alles: we hebben gekozen voor een stapsgewijze aanpak. Bij een alles-in-één-keer-operatie zijn de risico’s gewoon te groot.’
Lange tijd was ‘Nederland Investeringsland’ een hoofdthema voor de NOB. Blijft dat zo?
‘Ja. Wel zal het relatief wat minder aandacht krijgen dan voorheen, om de eenvoudige reden dat we andere thema’s meer naar voren halen. Eén daarvan is onze betrokkenheid bij het middenbedrijf. We willen af van het imago dat we uitsluitend belastingadviseurs van de multinationals zijn. Dat beeld is feitelijk onjuist, want we zetten ons ook op ruime schaal in voor de fiscale belangen van familiebedrijven en dga’s. Maar dat moeten we de buitenwereld wel nog wat vaker en duidelijker laten zien. Verder blijven rechtszekerheid en rechtsbescherming belangrijke thema’s voor de komende tijd. Kortom: er is veel te doen. Leden die zich bestuurlijk voor de NOB willen inzetten zijn dan ook van harte welkom.’