U bent hier

Vijf vragen aan Arjo van Eijsden en Stephen Brunner

08 maart 2018

De plannen van staatssecretaris Snel
Staatssecretaris van Financiën Menno Snel (D66) stuurde op 23 februari twee brieven naar de Tweede Kamer. De eerste introduceert zijn Fiscale Beleidsagenda, met daarin vijf prioriteiten. De tweede bevat een uitwerking van zijn grootste prioriteit: de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking. Een eerste reactie op Snels plannen van Arjo van Eijsden (bestuurslid met portefeuille Rechtsbescherming en Rechtszekerheid) en Stephen Brunner (voorzitter kerngroep Nederland Investeringsland).

Arjo van Eijsden
‘Er komt veel op ons af’

Wat is je eerste reactie op de plannen van Snel? 
‘Ik vind het in elk geval goed dat hij duidelijk is en zonder omwegen zijn prioriteiten stelt. Hij wil Nederland niet langer op één lijstje zien met landen als Luxemburg, Zwitserland en Ierland. Niettemin deel ik wel de meest gehoorde kritiek tot nu toe: hij gaat op bepaalde punten verder dan nodig is en dat kan negatieve gevolgen hebben voor ons vestigingsklimaat. De plannen bevatten vooral zuur; belastingplichtigen krijgen heel wat te slikken de komende jaren. Dan zou een beetje zoet ter compensatie welkom zijn – maar dat mis ik.’

Hoe kijk je aan tegen de voorstellen over transparantie en integriteit?
‘Veel daarvan is niet nieuw. Wat me opvalt is dat Snel een aantal eerder aangekondigde maatregelen waarop in de consultatiefase nogal forse kritiek kwam ongewijzigd lijkt te laten en zonder verdere toelichting in zijn pakket heeft opgenomen. Ik noem de invorderingsmaatregelen, die naar mijn idee verder gaan dan nodig is. Ook wordt voorgesteld om vergrijpboetes die aan belastingadviseurs zijn opgelegd openbaar te maken. Dat is een stap in de verkeerde richting. Dan kom je in de naming and shaming-sfeer en dat is – mede in het licht van rechtsstatelijke principes – geen goede ontwikkeling.’

Snel wil ook de tijdsduur van fiscale procedures inkorten?
‘Ja, daarmee wil hij tegengaan dat belastingplichtigen met behulp van lange procedures – eerst tegen de opgelegde informatiebeschikking en daarna tegen de aanslag – hun vermogen uit zicht van de fiscus kunnen houden. Daar maak ik mij wel zorgen over. Welke gevolgen heeft dat voor de rechtsbescherming? De praktijk die de staatssecretaris constateert betreft naar mijn mening slechts een kleine groep belastingplichtigen en hun adviseurs. Dan is het de vraag of je daarvoor de procedure moet aanpassen, met alle consequenties van dien. De staatsecretaris zegt gelukkig wel dat bij zijn inkortingsplannen de rechtsbescherming gewaarborgd moet zijn. Maar vooralsnog zou ik liever zeggen: blijf er gewoon vanaf!’

Snels plannen betekenen dat belastingadviseurs – én hun cliënten – een stortvloed aan nieuwe wet- en regelgeving over zich heen krijgen. Wat kan de NOB daarin voor rol spelen?
‘We moeten echt de vinger aan de pols houden, met name waar de voorgestelde maatregelen gevolgen hebben voor de rechtszekerheid en de rechtsbescherming van belastingplichtigen. Hier ligt een duidelijke taak voor de kerngroep Rechtszekerheid en Rechtsbescherming. We kunnen er bijvoorbeeld op wijzen dat de roep om meer transparantie tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst op zich prima is, en dat we die van harte steunen, maar dat die verplichting dan ook in gelijke mate voor beide partijen moet gelden.’  

Wat zijn de gevolgen van al deze voorgestelde maatregelen voor de dagelijkse praktijk van de belastingadviseur?
‘Als je alles op een rij zet is er maar één conclusie mogelijk: er komt heel veel op ons af. En dan heb ik het niet alleen over maatregelen voor onze klanten, maar ook over regelgeving die direct belastingadviseurs raakt, zoals het voorstel van de Europese Commissie op grond waarvan intermediairs onder bepaalde voorwaarden agressieve fiscale constructies moeten melden bij de Belastingdienst.’

Stephen Brunner
‘Het is een eenzijdige brief’

Wat is je eerste reactie op de Snel-plannen? 
‘Ik zie ze als een statement van de staatssecretaris en veel minder als een uiting van het kabinet. Wat Snel voorstelt staat ook voor een deel op gespannen voet met het regeerakkoord, met name wat betreft de maatregelen die het vestigingsklimaat raken. Hij loopt een paar stappen voor op de internationale dynamiek; in Brussel maak je daarmee ongetwijfeld goede sier. Maar zoals Arjo ook zegt: het zuur overheerst en het zoet is in deze brief vooralsnog ver te zoeken.’

Meer specifiek: wat vind je van de voorstellen over belastingontwijking en -ontduiking?
‘Ik heb gemengde gevoelens. Positief vind ik dat bij de CFC’s wordt gekozen voor een werkbare versie van model A, ondanks dat we als NOB voorstander van model B waren. Maar het lijkt me in de gegeven omstandigheden voor ons het best haalbare; de keuze had slechter kunnen uitpakken. Minder tevreden ben ik over een aantal andere voorstellen – dat zijn gewoon losse flodders. Er is bijvoorbeeld de suggestie dat de deelnemingsvrijstelling niet meer van toepassing zou moeten zijn als de aanwezigheid van een concern zich beperkt tot één of meer nagenoeg substanceloze houdstermaatschappijen. En in dezelfde categorie valt Snels voorstel om te onderzoeken of het at arm’s lenght-beginsel aangepast moet worden. Dat soort voornemens leidt tot onzekerheid, met mogelijk schadelijke gevolgen voor ons vestigingsklimaat.’

Ben je nog verrast door Snels keuzes?
‘Nee en ja. Veel van wat nu aangekondigd wordt is in een eerdere fase al voorbij gekomen, hoewel Snel op een aantal punten inhoudelijk nog wat verder gaat dan noodzakelijk is. De verrassing zit met name in het tempo dat hij wil aanhouden: ook dat is sneller dan noodzakelijk. Maar hiermee is het laatste woord natuurlijk nog niet gezegd; het zijn maar beleidsvoornemens. Veel zal afhangen van de invulling van de bijbehorende wetsvoorstellen. Maar dat het Snel menens is lijkt me wel duidelijk.’

Wat vrees je het meest als deze plannen doorgang vinden?
‘Allereerst de overkill die erin zit. Afscheid nemen van brievenbusmaatschappijen zonder substance is prima, maar als dat inhoudt dat ook gewone solide structuren worden aangepakt dan zijn we op de verkeerde weg. Dat zou betekenen dat ook de reële economie in ongunstige zin wordt geraakt. Verder voorzie ik een sterke verdere toename van de administratieve lasten van bedrijven. Snel zegt wel expliciet dat hij oog heeft voor die lasten, maar alleen al de invoer van de conditionele bronbelastingen zal enorme administratieve gevolgen hebben.’

Wat is je overall-conclusie?
‘Snels voorstellen geven jammer genoeg een negatief signaal aan het buitenland. Objectief gezien doet Nederland het fiscaal gewoon heel behoorlijk, maar als ik deze brief aan een Amerikaanse investeerder zou laten zien dan zou die mij terecht vragen waarom hij hiernaartoe zou moeten komen. Daar ligt ook een rol voor ons als NOB en belastingadviseurs: we moeten ervoor zorgen dat het evenwichtige beeld uit het regeerakkoord het uitgangspunt blijft.’