U bent hier
NOB-reactie op de EU-consultatie ‘Fair taxation of the digital economy’
De steeds verdergaande digitalisering van de economie vormt een grote uitdaging voor de vennootschapsbelastingsystemen van de EU-lidstaten. De Europese Commissie heeft daarom een consultatie gehouden over Fair taxation of the digital economy, met het oog op de ontwikkeling van maatregelen om deze uitdagingen te adresseren. Gezien het belang van deze ontwikkelingen heeft ook de NOB hierop gereageerd.
Fundamentele belastinghervorming of geen hervorming?
Een kortetermijnoplossing om de uitdagingen te adresseren die de steeds verdergaande digitalisering van de economie meebrengt voor de vennootschapsbelastingsystemen van de lidstaten van de EU lijkt niet eenvoudig bereikbaar. In een digitaliserende marktomgeving is het zeer ingewikkeld zo niet onmogelijk om voor heffingsdoeleinden de digitale component van de economie van de rest van de economie op een zinnige wijze af te bakenen. Indien tech en niet-tech niet van elkaar kunnen worden afgezonderd, dan lijkt het niet voor de hand te liggen dit voor heffingsdoeleinden alsnog te proberen. Het is dan ook opmerkelijk te noemen dat de gesuggereerde korte-termijnopties dit nu juist net pogen te bewerkstelligen. Alle opties verlangen definiëring van ‘digitale’ belastingplichtigen en/of hun ‘digitale’ diensten, ter afzondering van hun niet-digitale equivalenten. Naar de mening van de Orde zal dit onherroepelijk leiden tot afbakenings- en samenloopkwesties en daarmee tot risico’s op arbitraire heffing, manipulatie, meervoudige heffing, marktverstoringen, rechtsonzekerheid en problemen van administratieve aard, voor zowel het bedrijfsleven als de belastingautoriteiten.
Oplossingen voor de gesignaleerde problemen verlangen maatregelen voorbij het bestaande internationale raamwerk en verbreking van de status quo’s in de internationale winstbelastingheffing. Reeds over de noodzaak daarvan, zelfs al van de werkelijke aard van de problemen, bestaat binnen de EU geen overeenstemming. Richt de onderhavige kwestie zich op het bestrijden van belastingontwijking onder de aanname van de, op zichzelf beschouwd, ‘juistheid’ van het thans gehanteerde internationale fiscale raamwerk? Of richt de onderhavige kwestie zich tot de (kennelijke?) wens tot herbezinning daarop en een daaropvolgende radicale fiscale systeemhervorming? Gelet op de aangedragen hervormingssuggesties lijkt de werkelijke discussie waarover de Europese Commissie consulteert naar de indruk van de Orde niet te gaan om de belastingheffing van internetbedrijven. Een en ander lijkt eerder te draaien om de inrichting van de winstbelastingsystemen van de lidstaten. En de in dat verband noodzakelijke voorvraag hoe de winst van de multinational voor heffingsdoeleinden over landen zou moeten worden verdeeld. Indien binnen de EU werkelijk de politieke wens bestaat tot fundamentele systeemhervorming, dan zal naar de mening van de Orde eerst een open discussie moeten gevoerd over de vraag op welke wijze winstbelastinggrondslag over heffingsjurisdicties dient te worden verdeeld. Kijkend naar de gesuggereerde hervormingsopties voor de lange-termijn, lijken niet alle even geschikt.
De werkelijke (voor)vraag, kortom, die naar de mening van de Orde ter tafel zou moeten worden gebracht lijkt daarmee: fundamentele belastinghervorming of geen hervorming?
Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden drs. R.A. van der Jagt (voorzitter), prof. mr. J.W. Bellingwout, prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk, mw. mr. P.C. van den Brink, drs. M.J.A.M. van Gijlswijk, prof. dr. E.J.W. Heithuis, mw. prof. dr. S.J.C. Hemels, prof. dr. P. Kavelaars, prof. mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok, drs. C. Overduin, drs. W.H. Peters, mr. M.H.C. Ruijschop, mr. E.B. van der Stok, mr. E.A. Visser, drs. M.M.G.A. Voets, mw. mr. B.E.M. den Boer (secretaris wetsuitvoering) en mr. P.A. Anthoni (secretaris wetgeving) met medewerking van NOB-leden mr. drs. S.D. Brunner, de heer J.J.A.M. Korving LLM, mevrouw mr. dr. M.M.W.D. Merkx, mr. A. Nolten, prof. dr. G.J. van Norden, mr. J.B. Schober, dr. M.F. de Wilde LLM en mr. B.R. Zoetmulder.