NOB/LOF-serie, deel 25. Sustainability of the Arm's Length Principle as the basis for International Income Allocation in a Digitalising Economy

16 september 2016

Deze uitgave is te bestellen via Kluwer.

Beschrijving
De digitalisering van de economie verandert de manier waarop ondernemingen worden georganiseerd. De verhoogde mobiliteit, de afhankelijkheid van data en netwerkeffecten, alsook het unieke karakter van ‘nieuwe’ ondernemingen, leiden tot structurele wijzigingen in het handelsverkeer. De bestaande druk op de verdeling van de heffingsbevoegdheden tussen staten, welke vertrekt vanuit het arm’s length beginsel, verhoogt onder impuls van de digitaliseringstrend. Het recente OESO/G20 BEPS-project biedt onder meer een antwoord op deze evolutie.

Net zoals het OESO/G20 BEPS-project vertrekt de scriptie vanuit de idee dat de belastingheffing plaatsvindt waar de waarde gecreëerd wordt. De auteur grijpt terug naar de basisbeginselen van het belastingrecht. De digitaliseringstrend blijkt potentieel aanleiding te geven tot de ontwikkeling van een eerder holistische dan een ondernemingsgerichte visie op waardecreatie.

In welke mate het Nederlandse rechtskader inzake het heffingsrecht aansluit bij het startpunt van waardecreatie wordt getoetst na descriptieve en rechtsvergelijkende analyse. De conceptuele houdbaarheid van het arm’s length beginsel, de voorgestelde wijzigingen in de context van het OESO/G20 BEPS-project, alsook het complexe (fiscale) karakter van data komen aan bod. De auteur gaat tot slot dieper in op de geneugten en beperkingen van eventuele alternatieven voor het bestaande systeem, om te besluiten tot een reeks vaststellingen en aanbevelingen.

Over de auteur
Philippe Heeren behaalde naast de graad van master international business taxation (LL.M.) aan de Universiteit Tilburg (2014-2015) ook de graad van master in de rechten (LL.M.) aan de Universiteit Antwerpen (2009-2014).