NOB/LOF-serie, deel 24: Afgezonderde particuliere vermogens; onderzoek naar deze rechtsfiguur in het Nederlandse fiscale recht

11 september 2015

Deze uitgave is te bestellen via Kluwer.

Beschrijving
Sinds 1 januari 2010 is in het Nederlandse fiscale recht de rechtsfiguur afgezonderd particulier vermogen (APV) geïntroduceerd. De crux van het APV-regime is gelegen in een alternatieve toerekening van het inkomen en het vermogen van het APV aan de inbrenger. Indien de inbrenger is overleden, vindt de hier bedoelde toerekening plaats aan de erfgenamen van de inbrenger.

Centraal in deze scriptie staat het antwoord op de vraag of de regeling van het afgezonderd particulier vermogen dogmatisch past in het Nederlandse fiscale recht, of de regeling van het afgezonderd particulier vermogen dient te worden herzien en welke alternatieven voor deze regeling denkbaar zijn.

Ter beantwoording van deze vraag wordt in de eerste plaats de verhouding bekeken tussen afgezonderde particuliere vermogens en andere doelvermogens in het Nederlandse recht. De civielrechtelijke kenmerken van de in de parlementaire geschiedenis genoemde verschijningsvormen van het APV worden uiteengezet en er wordt ingegaan op de fiscale kwalificatie en de fiscale transitie van het APV.

Na een schets van enige theoretische achtergronden met betrekking tot de belastingheffing in de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de erf- en schenkbelasting, wordt de belastingheffing ten aanzien van afgezonderde particuliere vermogens voor 1 januari 2010 beschreven, zowel ten aanzien van discretionaire als niet-discretionaire APV’s.

Vervolgens wordt het APV-regime kritisch geanalyseerd. Hierbij wordt onder andere een vergelijking gemaakt tussen de belastingheffing op grond van het APV-regime en de wijze waarop APV’s in de belastingheffing werden betrokken voor 1 januari 2010. Ook wordt stilgestaan bij het antwoord op de vraag of niet-discretionaire APV’s onder het APV-regime vallen. Daarnaast wordt het APV-regime beoordeeld vanuit normen van behoorlijke fiscale wetgeving, te weten: rechtsgelijkheid, doelmatigheid en rechtszekerheid. Hierbij wordt onder meer getoetst of het APV-regime al dan niet in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM en het EU-recht.

Ten slotte worden er een aantal mogelijke alternatieven besproken voor het APV-regime. Hierbij wordt zowel ingegaan op alternatieven die in de literatuur zijn voorgesteld als op een eigen voorstel van de auteur.

Over de auteur
Frank Biemans studeerde van 2003 tot 2015 notarieel recht, Nederlands recht en fiscaal recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.