Persbericht: Wetsvoorstel creëert spanning tussen belastingadviseurs en fiscus
De invoering van de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb) per 1 juli 2009 zet de relatie tussen belastingadviseurs en Belastingdienst onnodig en ongewenst onder spanning, vindt de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB). Het thema krijgt veel aandacht op het NOB-lustrumcongres op 3 juni in Amsterdam, waar de relaties tussen belastingadviseur, cliënt en fiscus centraal staan.
Wat speelt er? Aan de ene kant sluit de Belastingdienst in het kader van horizontaal toezicht handhavingsconvenanten met bedrijven en met beroepsorganisaties van zakelijk dienstverleners. Belangrijkste kenmerk van die convenanten is werken op basis van transparantie en wederzijds vertrouwen. Maar tegelijkertijd krijgt de fiscus door de invoering van de Vierde tranche Awb meer ruimte om belastingadviseurs als 'medepleger' van onjuiste aangiftes bestuurlijke boetes op te leggen. Dat zorgt volgens de NOB voor een ongewenst spanningsveld in de relatie adviseur-Belastingdienst.
De achtergrond van het NOB-standpunt is als volgt. In 2005 introduceerde de Belastingdienst een andere controleaanpak voor ondernemingen. Dit zogenoemde 'horizontaal toezicht' vormde door het 'werken in de actualiteit' een radicale breuk met de bestaande verticale benadering, die gedomineerd werd door boekenonderzoek achteraf. Veel bedrijven konden daarbij niet of slechts met grote moeite voldoen aan de vaak zwaar aangezette informatieverplichtingen over al lang verstreken boekjaren - wat de verhouding belastingplichtige-Belastingdienst niet ten goede kwam.
Een aantal pilots met horizontaal toezicht bij zeer grote ondernemingen was succesvol, waarna de ontwikkelingen in een stroomversnelling kwamen. Inmiddels is de Belastingdienst bezig met het 'uitrollen' van de horizontaaltoezichtgedachte naar het middenbedrijf. Ook met enkele beroepsorganisaties van zakelijk dienstverleners (met name accountants) zijn al handhavingsconvenanten afgesloten.
De NOB reageerde aanvankelijk sceptisch op de introductie van horizontaal toezicht. Dat is inmiddels veranderd. In toenemende mate wordt horizontaal toezicht aanvaard als een werkbare methode. Enkele kleinere NOB-kantoren hebben al handhavingsconvenanten afgesloten. Binnen de NOB wordt zelfs gewerkt aan het opstellen van een modelconvenant.
Deze ontwikkeling naar wederzijds vertrouwen als basis voor controle wordt nu doorkruist door de invoering van de Vierde tranche Awb. Dit van het ministerie van Justitie afkomstige wetsvoorstel maakt het mogelijk belastingadviseurs als 'medepleger' van een onjuiste aangifte een bestuurlijke boete op te leggen - die kan oplopen tot de hoogte van het bedrag dat bij de belastingplichtige cliënt wordt nageheven of nagevorderd. De NOB vindt dit niet te rijmen met de verdere uitrol van horizontaal toezicht. De boetemogelijkheid kan bovendien een belangentegenstelling creëren tussen belastingadviseur en cliënt wanneer onderhandeld wordt over de belastingschuld en eventuele boete in de situatie dat ook de adviseur dreigt te worden beboet.
Nu de invoering van de Vierde tranche Awb niettemin onafwendbaar lijkt, pleit de NOB voor een duidelijk uitvoeringsbeleid. De staatssecretaris zou in het Besluit bestuurlijke boeten Belastingdienst precies moeten aangeven hoe de inspecteurs moeten omgaan met hun nieuw verworven bevoegdheid. Duidelijke normen op dit punt kunnen een belangrijk deel van de pijn wegnemen. De NOB zal na 1 juli overigens systematisch inventariseren of - en zo ja op welke grond - aan haar leden bestuurlijke boetes in het kader van de Vierde tranche Awb worden opgelegd.
Amsterdam, 3 juni 2009
Meer informatie bij Ingrid Roozendaal (op 3 juni: 06 - 49011246, vanaf 4 juni:
020-5141880).
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) is de beroepsvereniging van universitair gevormde belastingadviseurs en bedrijfsfiscalisten. De NOB heeft 4.500 leden. Meer informatie op de website van de NOB (www.nob.net).