U bent hier
Statuut van Onafhankelijkheid
Statuut van Onafhankelijkheid
Zoals laatstelijk gewijzigd en vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs ingevolge artikel 6 lid 2 en artikel 12 lid 3 van de statuten van de NOB op 15 februari 2012.
Preliminair
Tot juni 2002 kenden de statuten van de NOB een associatieverbod op grond waarvan het NOB-leden verboden was samen te werken met niet NOB-leden. Het bestuur kon dispensatie verlenen voor samenwerking met bepaalde beroepsgroepen. Met de statutenwijziging van 11 juni 2002 werden de samenwerkingsregels ingevoerd. Samenwerking met andere beroepsbeoefenaren werd mogelijk indien deze lid waren van een door het bestuur van de NOB erkende beroepsgroep. Met deze statutenwijziging werden ook lidmaatschapsvereisten verruimd; naast belastingadviseurs en bedrijfsfiscalisten konden, onder bepaalde voorwaarden, ook fiscalisten die in dienst waren bij een onderneming (bijvoorbeeld een bank of verzekeringsmaatschappij) en die cliënten van die onderneming fiscaal adviseerden, toetreden tot het NOB-lidmaatschap.
Op 23 juni 2011 zijn de samenwerkingsregels voor wat betreft de samenwerking met andere beroepsbeoefenaren opnieuw verruimd. De niet-belastingadviseurs met wie wordt samengewerkt behoeven niet langer lid te zijn van een door het bestuur van de NOB erkende beroepsgroep. Het is NOB-leden toegestaan samen te werken met andere beroepsbeoefenaren mits het NOB-lid daarbij in vrijheid en onafhankelijkheid zijn beroep kan uitoefenen en daarbij niet handelt in strijd met de eer en waardigheid van het beroep.
Door de verruiming van de lidmaatschapsvereisten en de samenwerkingsregels kunnen zich situaties voordoen, waarin voor NOB-leden expliciete waarborgen worden verlangd ten aanzien van zijn vrijheid en onafhankelijkheid bij de uitoefening van zijn beroep. Zonder deze expliciete waarborgen, en de naleving daarvan, kan een belastingadviseur in de bedoelde situaties geen lid worden of blijven van de NOB.
Dit statuut is van toepassing op:
a. de NOB-erkende belastingadviespraktijk die deel uitmaakt van een multidisciplinair samenwerkingsverband, waarin naast belastingadviseurs ook andere beroepsgroepen werkzaam zijn; en
b het samenwerkingsverband (waar geen partners-belastingadviseurs aan verbonden zijn) dat zich richt op de advisering van cliënten van dit samenwerkingsverband inzake hun belastingpositie, en NOB-leden in dienst heeft; en
c. de onderneming die een NOB-lid in dienst heeft voor zover die (incidenteel) externe advieswerkzaamheden verricht voor cliënten van de onderneming inzake hun belastingpositie.
In deze situaties dient het samenwerkingsverband of de onderneming zich schriftelijk bekend en akkoord te verklaren met dit statuut van onafhankelijkheid of op andere wijze, ten genoegen van de Commissie van Beoordeling, in de interne organisatie waarborgen vast te leggen voor de naleving van de in dit statuut opgenomen beginselen.
Voor de goede orde wordt hier nog opgemerkt dat voor het lidmaatschap van de NOB vereist is dat een belastingadviseur zich hoofdzakelijk richt op de toepassing van het Nederlandse belastingrecht, al dan niet in internationale context. Dit impliceert dat dit statuut slechts van toepassing kan zijn op belastingadviespraktijken, samenwerkingsverbanden en ondernemingen die zich bezig houden met toepassing van het Nederlandse belastingrecht.
Dit statuut heeft de strekking de volgende zaken expliciet te waarborgen:
1. de onafhankelijkheid in de beroepsuitoefening tegenover de andere disciplines of de ondernemingsleiding;
2. de kenbaarheid van de hoedanigheid waarin het lid zijn beroep uitoefent;
3. de opleiding en begeleiding van aspirant-leden;
4. een zorgvuldige waarneming bij afwezigheid; en
5. een correcte handelwijze bij beëindiging van de NOB-erkende belastingadviespraktijk of het samenwerkingsverband waarvan de NOB-erkende belastingadviespraktijk deel uitmaakt en bij beëindiging van de dienstbetrekking van een NOB-lid (ter bescherming van de belangen van de cliënt).
Artikel 1
Begripsomschrijving
Voor de toepassing van dit statuut wordt verstaan onder:
a. “bedrijfsfiscalist”:
de interne belastingadviseur van een onderneming, werkzaam in dienst van die onderneming, die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend richt op de belastingzaken van de onderneming zelf;
b. “belastingadviespraktijk”:
(een deel van) een organisatie die erop gericht is de belastingadviespraktijk te beoefenen;
c. “beroeps- en gedragsregels”:
voor het NOB-lid geldende beroeps- en gedragsregels, zoals onder meer opgenomen in de statuten, het Reglement Beroepsuitoefening en dit Statuut van Onafhankelijkheid;
d. “bestuur”:
het bestuur van de NOB;
e. “Commissie van Beoordeling”:
NOB-commissie, beslissingsbevoegd ten aanzien van de toelating tot het lidmaatschap;
f. “NOB”:
de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs;
g. “NOB-lid”:
de belastingadviseur of bedrijfsfiscalist die op grond van het bepaalde in artikel 6 van de statuten is toegelaten tot het aspirant of gewoon lidmaatschap van de vereniging;
h. “NOB-erkende belastingadviespraktijk”:
een ingevolge artikel 11 en 12 van de statuten door het bestuur erkende belastingadviespraktijk;
i. “onderneming”:
de onderneming die een of meerdere NOB-leden als bedrijfsfiscalist in dienst heeft;
j “partner”:
een natuurlijk persoon min of meer gelijkgerechtigd in zeggenschap en eigendom;
k. “Reglement Beroepsuitoefening NOB”:
het door de algemene ledenvergadering van de NOB vastgestelde Reglement Beroepsuitoefening;
l. “samenwerken”:
het verrichten van handelingen in een maatschap, voor gemene rekening (al dan niet in vennootschapsvorm) of onder gemeenschappelijke naam;
m. “samenwerkingsverband”:
degenen die als gezamenlijke partners handelingen in een maatschap (dan wel, na invoering van Wetsvoorstel 7.13 (vennootschap), een openbare vennootschap), voor gemene rekening (al dan niet in vennootschapsvorm) of onder gemeenschappelijke naam verrichten;
n. “statuten”:
de statuten van de NOB.
Artikel 2
Onafhankelijkheid
Een NOB-lid dient het beroep van belastingadviseur ten opzichte van andere disciplines waar hij mee samenwerkt of de ondernemingsleiding van de onderneming waar hij in dienst is, in vrijheid en onafhankelijkheid te kunnen uitoefenen. Dit betekent dat het NOB-lid ieder geval:
a. de vrijheid heeft om opdrachten te kunnen weigeren;
b. opdrachten uitvoert onder volledige en uitsluitende eigen verantwoordelijkheid voor de beroepswerkzaamheden; in ieder geval is het NOB-lid geen verantwoording verschuldigd over de uitoefening van het beroep van belastingadviseur aan beoefenaren van andere disciplines;
c. indien het NOB-lid onder toezicht werkt, dan uitsluitend onder toezicht van andere NOB-leden of personen waar ingevolge artikel 11 lid 4 van de statuten dispensatie voor is verkregen, voor zover het de inhoudelijke uitoefening van de werkzaamheden als belastingadviseur betreft;
d. vrij is opdrachten uit te voeren conform de eigen beroepsnormen en -praktijk, zowel op vakethisch, vaktechnisch als vaktheoretisch gebied;
e. opdrachten uitvoert conform de voor NOB-leden geldende beroeps- en gedragsregels, de geheimhoudingsplicht daaronder begrepen. Het NOB-lid zorgt ervoor dat de geldende beroeps- en gedragsregels voldoende bekendheid krijgen binnen het samenwerkingsverband, de praktijk of onderneming;
f. (voor NOB-leden die niet in dienstbetrekking werkzaam zijn) vrij is in de keuze van partners, mede-directeuren of medewerkers in de belastingadviespraktijk. Beoefenaren van andere disciplines kunnen derhalve geen partner, mede-directeur of medewerker tegen de wil van het NOB-lid aanstellen in de NOB-erkende belastingadviespraktijk.
Toelichting:
Een NOB-lid dient in de uitvoering van zijn werkzaamheden en bij het tot stand komen van zijn professionele oordeel onafhankelijk te zijn van de andere disciplines waarmee wordt samengewerkt of van de ondernemingsleiding van de onderneming waarbij hij in dienst is. Een NOB-lid is zelf tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor zijn werkzaamheden en kan zich in een tuchtrechtelijke procedure niet ter verdediging beroepen op aanwijzingen van andere disciplines of de ondernemingsleiding.
Artikel 3
Kenbaarheid van hoedanigheid
1. Het NOB-lid maakt jegens derden duidelijk en ondubbelzinnig kenbaar of en welke werkzaamheden verricht worden in de hoedanigheid van onafhankelijk belastingadviseur. Het optreden in een andere hoedanigheid laat onverlet, dat het NOB-tuchtrecht (mede) van toepassing kan zijn.
2. Leden van een andere beroepsgroep werkzaam in het samenwerkingsverband waar de NOB-erkende belastingadviespraktijk deel van uit maakt, en de onderneming dragen eveneens zorg voor een duidelijke kenbaarheid van hun eigen discipline op een zodanige wijze dat bij derden geen verwarring kan ontstaan.
Toelichting:
Zorgdragen voor de kenbaarheid van de identiteit als belastingadviseur kan bijvoorbeeld door deze hoedanigheid op het briefpapier te vermelden. Dat kan door de namen van alle werkzame adviseurs te vermelden, met hun hoedanigheid, of door meer in het algemeen te vermelden welke beroepsbeoefenaren in het samenwerkingsverband werkzaam zijn. Het kan voorkomen dat een NOB-lid ook tot een andere beroepsgroep behoort. Bijvoorbeeld de NOB-belastingadviseur, die tevens advocaat-belastingkundige is. Uit de ondertekening van een brief moet duidelijk zijn in welke hoedanigheid de brief is geschreven, terwijl ook anderszins eenduidig dient te zijn in welke hoedanigheid wordt opgetreden. Het leidend principe moet zijn dat bij derden geen verwarring kan optreden in welke hoedanigheid in een concrete zaak of voor een specifieke cliënt wordt opgetreden.
3. Indien in het samenwerkingsverband waar de NOB-erkende belastingadviespraktijk deel van uitmaakt of in de onderneming andere personen werkzaam zijn, die zich feitelijk op hetzelfde werkterrein begeven als het NOB-lid, dienen al deze personen zich als(aspirant-) lid van de NOB aan te melden zo zij daartoe kwalificeren. Indien zij niet kwalificeren voor het NOB-lidmaatschap dienen zij hun werkzaamheden te verrichten onder de verantwoordelijkheid van een NOB-lid of een persoon waar ingevolge artikel 11 lid 4 van de statuten dispensatie voor is verkregen, dan wel dient het samenwerkingsverband of de onderneming af te zien van het gebruik van de omschrijving 'belastingadviseur' voor en door deze personen, ter voorkoming van verwarring omtrent het al dan van toepassing zijn van de beroeps- en gedragsregels.
Toelichting
Dit artikel is een uitwerking van artikel 12 lid 1 van de statuten. Het is een NOB-lid toegestaan samen te werken met beoefenaren van andere beroepsgroepen mits hij daarbij zijn beroep in vrijheid en onafhankelijkheid kan uitoefenen en daarbij niet handelt in strijd met de eer en waardigheid van zijn beroep. Personen behorende tot zo’n andere beroepsgroep kunnen feitelijk op hetzelfde terrein werkzaam zijn als het NOB-lid.
Om verwarring te voorkomen wie van de partners NOB-lid is en wie niet, dienen de leden van de andere beroepsgroep zich te onthouden van de omschrijving ‘belastingadviseur’. Zo stelt de NOB ten aanzien van advocaten, die een samenwerkingsverband willen aangaan met NOB-leden, de eis dat zij zich geen belastingadviseur, maar bijv.‘belastingkundige’ noemen, indien zij gespecialiseerd zijn in belastingzaken, maar niet kwalificeren voor het NOB-lidmaatschap.
In de praktijk komt het veelvuldig voor dat NOB-erkende belastingadviespraktijken belastingadviseurs in dienst hebben, die niet kwalificeren voor het lidmaatschap. Ten aanzien van deze werknemers is geregeld dat zij zich binnen een multidisciplinair samenwerkingsverband wel belastingadviseur kunnen noemen, als zij de werkzaamheden uitvoeren onder verantwoordelijkheid van een NOB-lid. Het uitvoeren onder verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat het NOB-lid bereid is zich zo nodig tuchtrechtelijk te verantwoorden ter zake van klachten tegen de betreffende werknemer ingediend.
Artikel 4
Opleiding en begeleiding
Indien het NOB-lid aspirant-lid is
a. dient het aspirant-lid in de gelegenheid te worden gesteld de opleidingen te volgen benodigd om te kunnen worden toegelaten tot het gewoon lidmaatschap als bedoeld in artikel 7 van de statuten;
b. kan de Commissie van Beoordeling het aspirant-lid verplichten een (buiten)gewoon NOB-lid met diens instemming als patroon voor te dragen om het aspirant-lid met raad en daad ter zijde te staan, om toezicht uit te oefenen op de kwaliteit van de uitoefening van het beroep en op het verkrijgen en bijhouden van de benodigde vaktechnische kennis. De patroon is bij voorkeur werkzaam in hetzelfde samenwerkingsverband, dezelfde praktijk of dezelfde onderneming als het aspirant-lid. Indien hier geen NOB-lid werkzaam is kan ook een 'buitenpatroon' worden voorgedragen. Het samenwerkingsverband of de (rechts)persoon, bij wie het lid in dienst is stellen het aspirant-lid en de patroon in de gelegenheid invulling te geven aan een adequate begeleiding.
Toelichting
Dit artikel is gebaseerd op artikel 10 van de statuten. De Commissie van Beoordeling is bevoegd om aan een aspirant-lid de verplichting op te leggen een (buiten)patroon voor te dragen. De Commissie van Beoordeling maakt slechts gebruik van deze bevoegdheid, indien zij hiertoe gerede aanleiding ziet. Aspirant-leden die werkzaam zijn in een NOB-omgeving zullen in het algemeen voldoende begeleid en opgeleid worden. Voor aspirant-leden in dienst bij een samenwerkingsverband waaraan geen partners NOB-leden zijn verbonden of in dienst van een onderneming waar geen andere NOB-leden werkzaam zijn geldt dat echter niet. Van geval tot geval zal door de Commissie van Beoordeling worden bekeken of begeleiding en opleiding op voldoende niveau is verzekerd. Er bestaat geen recht op aanwijzing van een (buiten)patroon door de NOB. Het is de eigen verantwoordelijkheid van het aspirant-lid om een (buiten)patroon te zoeken.
Artikel 5
Waarneming bij afwezigheid
Bij afwezigheid van het NOB-lid wegens vakantie, verlof, ziekte of anderszins zorgt het NOB-lid voor passende waarneming. De werkzaamheden blijven ook in dat geval vallen onder de volledige en uitsluitende eigen verantwoordelijkheid van het NOB-lid. De geldende beroeps- en gedragsregels blijven dan ook onverminderd van kracht.
Artikel 6
Beëindiging samenwerkingsverband of dienstbetrekking
1. Bij beëindiging van het samenwerkingsverband waarvan de NOB-erkende belastingadviespraktijk deel uitmaakt of bij beëindiging van de dienstbetrekking van een NOB-lid stelt het NOB-lid de cliënten zo spoedig mogelijk in kennis van deze beëindiging, indien en voor zover binnen hetzelfde samenwerkingsverband, dezelfde belastingadviespraktijk of dezelfde onderneming geen ander NOB-lid werkzaam is die de verantwoordelijkheid voor deze cliënten kan overnemen en het NOB-lid zijn werkzaamheden niet elders als NOB-lid voortzet.
2. Zo mogelijk worden in dat geval de dossiers overgedragen aan een ander NOB-lid. Is dit niet mogelijk dan dient aan de cliënt toestemming gevraagd te worden het dossier over te dragen aan een persoon die niet lid is van de NOB.
3. Het NOB-lid blijft verantwoordelijk voor de dossiers totdat deze, met inachtneming van het voorgaande, zijn overgedragen. Artikel 11 van het Reglement Beroepsuitoefening NOB inzake het beëindigen van opdrachten is onverminderd van kracht.
Artikel 7
Strijdige bepalingen
1. Indien bepalingen in het samenwerkingscontract, de statuten van de rechtspersoon of de arbeidsovereenkomst dan wel het arbeidsreglement in strijd zijn met dit statuut van onafhankelijkheid kunnen deze strijdige bepalingen niet aan het NOB-lid worden tegengeworpen.
2. Indien het NOB-lid in dienstbetrekking werkzaam is geeft de werkgever geen instructies die in strijd zijn met dit statuut van onafhankelijkheid.