U bent hier

Wwft: Reikwijdte meldingplicht (OT "in verband met" dienst)

27 januari 2010

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) heeft in een uitspraak van 23 november 2009 (LJN: BK4209) geoordeeld dat voor het ontstaan van de meldingsplicht ingevolge de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) een verband noodzakelijk is tussen de ongebruikelijke transactie en de dienstverlening. Het enkele feit dat een dienstverlener een ongebruikelijke transactie bij zijn dienstverlening onder ogen komt, is in dit kader onvoldoende verband.

Deze uitspraak van het CBB roept in de praktijk de nodige vragen op. De Wet MOT is inmiddels vervangen door de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Komt het CBB onder de Wwft tot hetzelfde oordeel? Wanneer is sprake van wel voldoende verband tussen de ongebruikelijke transactie en de dienstverlening? Volgt de strafrechter die oordeelt over het niet melden van een belastingadviseur dezelfde lijn als het CBB?

Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) heeft daarom vragen gesteld aan de minister van Financiën over deze materie. Minister Bos wil met zijn antwoord van 21 januari jl. duidelijkheid geven over de betekenis van de woorden “in verband met” in de definitie van het begrip transactie in de Wwft1

“De woorden ”in verband met” dienen ingevolge de Wwft in lijn met de aanbevelingen van de Financial Action Task Force (FATF) en de tweede en derde anti-witwasrichtlijnen, zo te worden uitgelegd dat ook een passieve betrokkenheid van de instelling (doordat zij wetenschap heeft van de ongebruikelijke transactie) de wettelijke meldplicht activeert.
De vraag of de dienstverlening van de instelling wel of niet een faciliterende rol heeft is voor de toepassing van de meldplicht irrelevant. In de memorie van toelichting bij de Wwft is opgemerkt dat het moet gaan om dienstverlening waarbij de dienstverlener in staat is gevallen van witwassen en financieren van terrorisme te herkennen. Ongebruikelijke transacties kunnen zich ook uitstrekken tot transacties van derden waar de cliënt op een later tijdstip bij betrokken is en waar de instelling in zijn of haar normale beroeps- of ondernemingsuitoefening wetenschap van krijgt of heeft verkregen”.

Het is uiteraard de vraag wat de juridische status is van een dergelijke brief van de minister, maar in ieder geval weet de belastingadviseur die een ongebruikelijke transactie meldt, waarbij hij zelf niet actief betrokken was of is, zich gesteund door de minister van Financiën. De minister schrijft dat zijn uitleg zonodig geëxpliciteerd zal worden in een wetsvoorstel waaraan het ministerie op dit moment werkt.

De definitie van het begrip transactie in de Wwft veronderstelt ook nog dat het gaat om een  “handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt”. Er bestaat daarom nog steeds twijfel of ook gemeld moet worden indien de cliënt op geen enkele wijze betrokken is bij de ongebruikelijke transactie, zelfs niet zoals de minister stelt "op een later tijdstip".  Te denken valt aan een ongebruikelijke transactie geconstateerd bij een overnametarget in het kader van het opstellen van een tax due diligencerapport door een belastingadviseur in opdracht van een potentiële koper. Wellicht dat deze twijfel ook nog weggenomen kan worden bij het nog in te dienen wetsvoorstel.

De minister doet in zijn brief tevens een uitspraak over de reikwijdte van de Wwft. Ook forensische activiteiten door wie dan ook uitgevoerd, vallen naar het oordeel van de minister onder de Wwft. De minister noemt de uitzondering niet, maar men moet wel bedenken dat een uitzondering op de meldingsplicht van toepassing is wanneer de forensische activiteiten worden uitgevoerd door of in opdracht van een van de beroepsbeoefenaren genoemd in artikel 1, lid 2 Wwft in het kader van de bepaling van de rechtspositie van een cliënt dan wel (de voorbereiding op) een rechtsgeding.

------------------------------------------------------------

1) transactie: handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt in verband met het afnemen of het verlenen van diensten (artikel 1, lid 1, onder m Wwft)