U bent hier

Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep

04 juni 2004

Vraag van de NOB:

Per 12 maart 2002 is de Wet van 24 januari 2002 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (kosten bestuurlijke voorprocedure) in werking getreden. Dat heeft ertoe geleid dat de vergoeding van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand forfaitair is geregeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Bij een mini-enquête onder een paar belastingadviseurs blijkt dat de werkwijze bij de Belastingdienst zéér uiteenlopend is. Bij bepaalde inspecteurs wordt in nagenoeg alle gevallen een ‘standaardvergoeding’ verstrekt van € 161, terwijl andere inspecteurs slechts na lange discussie bereid zijn deze vergoeding te verstrekken. Voorts is in een aantal gevallen uitspraak op bezwaar gedaan, zonder dat een uitspraak is gedaan over de gevraagde proceskostenvergoeding. Gelet op de relatief geringe omvang van de vergoeding is het niet lonend om lange discussies te voeren over een proceskostenvergoeding, of veel aandacht te besteden aan het niet-doen van een uitspraak op het verzoek tot een proceskostenvergoeding. Toch is het grote verschil in behandeling door de inspecteurs van de geclaimde proceskostenvergoeding ongewenst.
De vragen die wij u dan ook willen voorleggen zijn de volgende:

  1. Op welke wijze regelt de Belastingdienst dat een verzoek om een proceskostenvergoeding daadwerkelijk leidt tot een uitspraak?
  2. Op welke wijze wordt geregeld dat het verschil in behandeling door de belastinginspecteur van een verzoek tot proceskostenvergoeding wordt verkleind?
Antwoord:
De afhandeling van de kostenvergoeding is gedelegeerd aan de regiokantoren. De Belastingdienst erkent dat er helaas soms (grote) verschillen zijn in de uitvoering per regio of zelfs per kantoor in de regio. Nu is het zo dat de verzoeken om kostenvergoeding aan de hand van feiten en omstandigheden moeten worden vastgesteld. Hierin zit altijd een zekere vrijheid voor de inspecteur besloten, maar dit mag niet leiden tot al te grote verschillen. Momenteel bereidt de Belastingdienst een instructie voor om tot een meer uniforme uitvoering van de regeling te komen. Dit vereist nog verdere afstemming en daardoor nog enige tijd alvorens resultaten zichtbaar worden. Zodra er meer duidelijk is zult u nader worden geïnformeerd.