U bent hier
Mededeling Ministerie inzake doorlooptijd aanvraag BTW-nummers
18 juni 2004
De Belastingdienst stelt met nadruk dat het geen algemene praktijk is dat een doorlooptijd van twee maanden voor de afgifte van een BTW-identificatienummer normaal zou zijn. Het is mogelijk dat incidenteel een langere doorlooptijd dan normaal geacht kan worden voorkomt. Dit wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door het niet of onvolledig verstrekken van de gevraagde gegevens door de aanvrager. Voor de aanvraag van een BTW-nummer resp. BTW-identificatienummer moet nl. een vragenlijst worden ingevuld (formulier ON24) waarbij ook een aantal bescheiden moet worden overgelegd, bijv. oprichtingsakte, statuten etc. Op basis daarvan geeft de Belastingdienst een oordeel over het ondernemerschap voor de heffing van omzetbelasting. Wanneer het formulier onvolledig is ingevuld of niet tijdig wordt geretourneerd aan de Belastingdienst of wanneer de vereiste en gevraagde bescheiden niet zijn bijgevoegd zal de Belastingdienst nadere vragen stellen. Dit leidt tot een langere doorlooptijd.
Voorts moet worden benadrukt dat het niet onmogelijk is voor een nieuwe ondernemer om transacties met andere lidstaten uit te voeren zolang hij geen BTW-identificatienummer heeft. Ten behoeve van de uitvoeringspraktijk is voorzien in een spoedprocedure die kan worden gevolgd in gevallen waarin een ondernemer per direct een BTW-identificatienummer nodig heeft voor het verrichten van intracommunautaire transacties. Deze procedure is recentelijk nogmaals expliciet onder de aandacht van de regiokantoren gebracht. Hiermee is tegemoet gekomen aan de eisen die de uitvoeringspraktijk stelt aan het serviceniveau dat de Belastingdienst wil bieden aan belastingplichtigen. Dat daarbij een aantal waarborgen -in de vorm van het verstrekken van een aantal relevante basisgegevens - is ingebouwd ligt voor de hand, gezien de mogelijkheden en belangen die een BTW-identificatienummer voor een ondernemer en meer specifiek voor de heffing van omzetbelasting vertegenwoordigt.
Voorts moet worden benadrukt dat het niet onmogelijk is voor een nieuwe ondernemer om transacties met andere lidstaten uit te voeren zolang hij geen BTW-identificatienummer heeft. Ten behoeve van de uitvoeringspraktijk is voorzien in een spoedprocedure die kan worden gevolgd in gevallen waarin een ondernemer per direct een BTW-identificatienummer nodig heeft voor het verrichten van intracommunautaire transacties. Deze procedure is recentelijk nogmaals expliciet onder de aandacht van de regiokantoren gebracht. Hiermee is tegemoet gekomen aan de eisen die de uitvoeringspraktijk stelt aan het serviceniveau dat de Belastingdienst wil bieden aan belastingplichtigen. Dat daarbij een aantal waarborgen -in de vorm van het verstrekken van een aantal relevante basisgegevens - is ingebouwd ligt voor de hand, gezien de mogelijkheden en belangen die een BTW-identificatienummer voor een ondernemer en meer specifiek voor de heffing van omzetbelasting vertegenwoordigt.