NOB/LOF-serie, deel 28. Verplichte en bindende arbitrage in het MLI
Deze uitgave is te bestellen via Kluwer.
Al sinds 2013 staat ‘de strijd tegen belastingontwijking’ in de publieke schijnwerpers. Enerzijds valt er wat te zeggen voor het bestrijden van situaties waarbij er (in zijn geheel) geen bijdrage wordt geleverd aan de instandhouding van (publieke) voorzieningen waar belastingplichtigen wel gebruik van maken. Anderzijds is men doorgeslagen in deze ‘strijd’. De oorzaken hiervoor zijn een combinatie van het gebruik van framing van het publieke debat, onwetendheid en onbegrip.
Opvallend is dat bijna geen aandacht is voor de (rechts)bescherming van belastingplichtigen. Binnen de Nederlandse grenzen hebben belastingplichtigen − uitzonderingen daargelaten −toegang tot adequate rechtsbescherming.
In het internationale belastingrecht ontbreekt er veelal rechtsbescherming voor internationaal opererende belastingplichtigen. In dat geval bestaat er, als de Staten een belastingverdrag met elkaar hebben gesloten, vaak de mogelijkheid om via het belastingverdrag op te treden tegen de (onterechte) aanslag.
Hier komt echter het probleem waar deze uitgave om draait ten tonele: Staten zijn partij bij belastingverdragen. Staten zijn partij bij een onderlinge overlegprocedure en Staten zijn, als een belastingverdrag daar al in voorziet, partij bij een arbitrageprocedure. Het is niet de belastingplichtige − de partij die rechtsbescherming nodig heeft − die partij is bij deze procedures. Het lot van de belastingplichtige is in de hiervoor genoemde procedures afhankelijk van de Staten die partij zijn bij het verdrag en het geschil.
Ondanks deze nogal pessimistische constatering, is het belangrijk om hoopvol te blijven.
De introductie van verplichte en bindende arbitrage middels het MLI schept een mogelijkheid om de (rechts)positie van belastingplichtigen in het internationale (belasting)recht te versterken.
Nationale procedures moeten voldoen aan het recht op een eerlijk proces op grond van artikel 6 EVRM (resp. 14 IVBPR). Dit is, mede vanwege het feit dat belastingplichtigen geen partij zijn in geschilbeslechtingsprocedures en omdat er internationaal geen consensus bestaat voor vergaande internationale rechtsbescherming van belastingplichtigen, niet iets waar de geschilbeslechtingsprocedures onder belastingverdragen aan moeten voldoen.
In dit boek roept de auteur op om de kans die het MLI biedt te benutten door het recht op een eerlijk proces, zonder wijzigingen in verdragen aan te hoeven brengen, te waarborgen voor belastingplichtigen. Deze mogelijkheid kan worden verzilverd in de in onderling overleg vastgestelde procedureregels.
Over de auteur
mr. R.K. (Rhys) Bane (1995) studeerde van 2013 tot 2018 Fiscaal Recht aan de Universiteit Leiden. Sinds 2018 is hij als belastingadviseur werkzaam bij DLA Piper Nederland N.V. te Amsterdam. Hij houdt zich voornamelijk bezig met fiscale vraagstukken op het gebied van internationaal belastingrecht, met een focus op de Verenigde Staten.