NOB/LOF-serie, deel 23: Transfer Pricing mismatches in internationaalrechtelijk verband

06 oktober 2014

Deze uitgave is te bestellen via Kluwer.

Beschrijving

Onderlinge verrekenprijzen in internationaal concernverband (Transfer Prices) spelen in praktisch elke discussie omtrent belastingontwijking een grote rol. Als gevolg van de autonomie van nationale staten om hun eigen belastingsysteem in te richten, is de kans aanwezig dat diverse landen de beprijzing van een transactie in concernverband fiscaal vesrchillend behandelen. Deze zogenaamde 'Transfer Pricing mismatches' bieden internationaal opererende concerns de kans om hun belastingdruk te minimaliseren. In dit onderzoek gaat de auteur in op de unilaterale maatregelen die Nederland zou kunnen en wellicht zelfs zou moeten nemen om dergelijk mis-/gebruik van Transfer Pricing mismatches te voorkomen. In dit onderzoek analyseert de auteur allereerst hoe de huidige Nederlandse fiscaalrechtelijke behandeling van verrekenenprijzen is vormgegeven. Hiertoe onderzoekt de auteur de uitwerking van het Nederlandse totaalwinstbeginsel. Vervolgens legt de auteur een reeds bestaande regeling, die in het leven geroepen is om misbruik van Transfer Pricing mismatches bij concernleningen te bestrijden, langs de nationaalrechtelijke meetlat. Zo doende toetst hij art. 10b Wet VPB 1969 op efficiëntie, effectiviteit en rechtvaardigheid en komt hij tot de conclusie dat deze bepaling niet optimaal werkt. Daarna kijkt de auteur naar de huidige (bestaande verdragensfeer) en toekomstige (anayse van BEPS-discussie) internationaarechtelijke ruimte die Nederland heeft bij het opstellen van een bepaling in de Nederlandse wet op de Vennootschapsbelasting die ziet op alle vormen van Transfer Pricing mismatches. Tot slot komt de auteur met een voorstel tot de tekst van een dergelijke bepaling. Deze bepaling is dusdanig vormgegeven dat het Nederlandse systeem van totaalwinst zo min mogelijk verstoord wordt, dat de bepaling geen van de tekortkomingen bevat die het huidige art. 10b Wet VPB 1969 bevat en dat de bepaling niet leidt tot strijd met internationale belastingverdragen. Daarnaast is bij het opstellen van de bepaling aandacht besteed aan denkbeelden die bij de OESO bestaan over de vormgeving van maatregelen tegen internationale mismatches.

Over de auteur

mr. V.L. (Vincent) Meijerman MSc. studeerde van 2008 tot en met 2013 fiscale economie aan de Erasmus School of Economics van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. In 2013 is hij bij Ernst & Young Belastingadviseurs te Rotterdam als werkstudent begonnen. Sinds het voltooien van zijn studie in 2014, is hij werkzaam in de algemene belastingadviespraktijk bij EY te Rotterdam.