U bent hier
NOB-reactie op de internetconsultatie Wet verbetering rechtsbescherming WOZ
Het ter consultatie voorgelegde wetsvoorstel heeft als doel om de rechtsbescherming van de belanghebbenden bij een WOZ-beschikking, welke belanghebbenden ook tegengestelde belangen kunnen hebben, te verbeteren.
Het consultatiewetsvoorstel bevat naar mening van de Orde een verbetering van de rechtsbescherming van andere belanghebbenden dan de eigenaar en gebruiker. Wordt bijvoorbeeld gekeken naar de inhoudelijke beoordeling van het bezwaar en beroep tegen de WOZ-beschikking waarbij meerdere belanghebbenden zijn betrokken, dan wordt door de doorwerking van een verhoging of verlaging van de WOZ-waarde na het bezwaar of beroep van één belanghebbende naar de andere belanghebbende de positie van de laatste duidelijk verbeterd. De uitspraak waarin een WOZ-waarde wordt aangepast, staat straks immers open voor het aantekenen van (hoger) beroep of cassatie door alle belanghebbenden. Zij kunnen ook echt een rol spelen in deze procedure. De NOB acht dit een wenselijke vooruitgang ten opzichte van de huidige situatie.
Het consultatiewetsvoorstel bevat echter ook een wezenlijke verslechtering van de rechtsbescherming van deze ‘andere belanghebbenden’ en zelfs ook van de eigenaar en gebruiker. De Orde meent dat met de rechtsbescherming van belanghebbenden, anders dan beoogd, op sommige momenten in een procedure namelijk wordt ingeperkt en de complexiteit rondom het begrip belanghebbende in het consultatiewetsvoorstel zal leiden tot meer procedures. Met andere woorden, de Orde verwacht dat er aanzienlijk meer problemen bijkomen dan hetgeen beoogd te worden opgelost. In het integrale commentaar verzoekt de Orde een aantal punten te adresseren en geeft in dat kader in overweging de wetswijziging van 1 oktober 2015 ongedaan te maken en het onderhavige consultatiewetsontwerp niet of in gewijzigde vorm in te dienen.
Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden drs. R.A. van der Jagt (voorzitter), prof. mr. J.W. Bellingwout, mw. mr. L. Bergwerff, prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk, mr. J.H. Elink Schuurman, drs. M.J.A.M. van Gijlswijk, de heer E.P. Hageman LLM, prof. dr. E.J.W. Heithuis, mw. prof. dr. S.J.C. Hemels, prof. dr. P. Kavelaars, prof. mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok, drs. C. Overduin, drs. W.H. Peters, mr. M.H.C. Ruijschop, mr. E.B. van der Stok, mr. E.A. Visser, drs. M.M.G.A. Voets, mw. mr. B.E.M. den Boer (secretaris wetsuitvoering) en mr. P.A. Anthoni (secretaris wetgeving), de sectie Lokale- en milieuheffingen, bestaande uit de NOB-leden mr. B.S. Kats (voorzitter), mr. R. van den Berg, mr. S. Bosma, mw. mr. L.Y. Gramsbergen, de heer S. Hubregtse MSc, drs. C.S. Oude Lohuis en mw. mr. V.F. Drok (secretaris), en de sectie Formeel Belastingrecht, bestaande uit de NOB-leden mr. F.R. Herreveld (voorzitter), mr. D.G. Barmentlo, mr. F.G. Barnard, mw. S. Ben Taleb, mw. mr. B.E.M. den Boer-Drinkenburg, mw. mr. drs. R.M. Bos – Schepers, mr. B.J.G.L. Jaeger, mw. mr. W.E. Nent, mr. T.H.A. Noë, mr. M. Sanders, mr. drs. R. van Scharrenburg en mw. mr. drs. A.G. Haasnoot - Smulders (secretaris).