U bent hier
NOB-reactie internetconsultatie Implementatie btw elektronische handel
Met dit voorstel worden artikel 2 en 3 van de richtlijn inzake btw en elektronische handel per 1 januari 2021 geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. De Orde heeft met belangstelling kennisgenomen van het concept Wetsvoorstel Wet implementatie btw elektronische handel en stelt de uitgebreide toelichting bij dit wetsvoorstel op prijs.
In zijn algemeenheid merkt de Orde op dat de voorgestelde Memorie van Toelichting de suggestie wekt dat met dit voorstel de btw-fraude die thans plaatsvindt bij afstandsverkopen door bijvoorbeeld onderwaardering, wordt opgelost en eerlijke concurrentieverhoudingen worden gecreëerd. De Orde wil benadrukken dat het van belang blijft om scherp te zijn op mogelijke vormen van btw-fraude. Zo kan onderwaardering niet meer gebruikt worden om onder de drempel van de vrijstelling voor kleine zendingen te blijven, maar kan onderwaardering gaan plaatsvinden om beneden de drempel van 150 euro te blijven of sowieso om minder btw te betalen over ingevoerde pakketjes. Een goede informatie-uitwisseling en samenwerking met andere EU-lidstaten is hierbij naar de mening van de Orde essentieel.
Daarnaast vraagt de Orde zich af of de MOSS inmiddels voldoende ontwikkeld en geëvalueerd is om de uitbreiding tot alle diensten verricht aan consumenten en afstandsverkopen binnen de EU te kunnen doorstaan. Ook hierbij komt er druk te liggen op een goede informatie-uitwisseling en samenwerking met andere EU-lidstaten.
Ook merkt de Orde op dat de verwachting bestaat dat de Europese regelgeving voor elektronische handel nog verder uitgewerkt gaat worden in niet juridisch bindende explanatory notes. De Orde vraagt zich af of en op welke wijze Nederland zich in EU-verband hard zal maken voor een uniforme uitleg van de begrippen, zoals het faciliteren door platforms, in deze nieuwe regelgeving.
In de reactie gaat de Orde achtereenvolgens nader in op de volgende onderwerpen:
1. Nieuwe regeling voor afstandsverkopen van goederen binnen de EU en uitbreiding Mini-One-Stop-Shop (‘MOSS’).
2. Nieuwe regeling voor afstandsverkopen van goederen afkomstig van buiten de EU.
3. Btw-positie platforms.
4. Invoerregeling.
5. Regeling voor post- en koeriersbedrijven.
Dit commentaar is tot stand gebracht door de Commissie Wetsvoorstellen, bestaande uit de NOB-leden drs. R.A. van der Jagt (voorzitter), prof. mr. J.W. Bellingwout, prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk, mr. J.H. Elink Schuurman, drs. M.J.A.M. van Gijlswijk, de heer E.P. Hageman LLM, prof. dr. Mr. E.J.W. Heithuis, mw. prof. dr. S.J.C. Hemels, prof. mr. dr. Q.W.J.C.H. Kok, mw. dr. C.L. van Lindonk, drs. C. Overduin, drs. W.H. Peters, mr. M.H.C. Ruijschop, mr. E.B. van der Stok, mr. E.A. Visser, mw. mr. B.E.M. den Boer (secretaris wetsuitvoering) en mr. P.A. Anthoni (secretaris wetgeving), de sectie Omzetbelasting, bestaande uit de NOB-leden prof. dr. H.W.M. van Kesteren (voorzitter), mr. J.M. Benard, mr. H. Hop, mr. M. Morawski, mr. dr. G.J. van Norden, mw. mr. T.G. Perié, mr. J. Sanders, mr. P.J.B.G. Schrijver, drs. M.M.G.A. Voets, mw. F.Y. Weeber MSc, mr. dr. W. de Wit, en mw. L. Kluvers MSc (secretaris) en met medewerking van NOB-leden mr. dr. J.B.O. Bijl, mr. dr. S.B. Cornielje, drs. A. van Esdonk, mr. drs. J. Gruson, mr. M.L. Marinc, mw. prof. dr. mr. M.M.W.D. Merkx, mr. L. Neijtzell de Wilde en mw. G.P.A.T. Vonken LLM.