NOB positief kritisch over voorstellen Vpb 2007

27 juni 2006

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) is positief kritisch over het wetsvoorstel "Werken aan winst", waarin staatssecretaris Wijn van Financiën een aantal belangrijke veranderingen in de vennootschapsbelasting introduceert.

De NOB heeft zeer veel waardering voor Wijns inspanningen om Nederland weer aantrekkelijk te maken als vestigingsland voor internationale bedrijven. Het wetsvoorstel geeft daarvoor ook de nodige veelbelovende aanzetten, met de forse tariefsverlagingen in de vennootschapsbelasting (van 29,6% naar 25,5%) en de dividendbelasting (van 25% naar 15%) als meest in het oog springende. Verder heeft een flinke opschoning van wetsartikelen plaatsgevonden, vooral bij de bepalingen over de beperking van renteaftrek. Deze opschoning begroet de NOB met vreugde. De NOB plaatst echter ook kritische kanttekeningen bij onderdelen van het wetsontwerp.

Zo heeft de NOB veel moeite met de voorgestelde wijzigingen in de deelnemingsvrijstelling - één van de belangrijkste pijlers van ons fiscale vestigingsklimaat. De introductie van de zogenoemde 'materiële onderworpenheidseis' kan een belangrijke negatieve uitstraling in het buitenland hebben.

De NOB is verheugd over de introductie van de 'octrooibox' en de 'groepsrentebox', doch vraagt zich af of deze het gewenste effect zullen hebben, gezien de voorwaarden die er aan worden gesteld.

Verder plaatst de NOB vele (technische) vraagtekens bij onderdelen van het wetsvoorstel, zoals:

  • de afschrijvingsbeperking van vastgoed;
  • de beperking van verliesverrekeningstermijnen;
  • de uitbreiding van de reikwijdte van resterende renteaftrekbepalingen;
  • de koppeling van de voorgestelde MKB-winstvrijstelling aan het zogenoemde 'urencriterium';
  • de materieel terugwerkende kracht van delen van het wetsvoorstel.

De Commissie Wetsvoorstellen van de NOB heeft op 27 juni een uitgebreid commentaar op 'Werken aan winst' aan de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer gestuurd. Daarin wordt een groot aantal concrete aanbevelingen gedaan om de mogelijk negatieve effecten van bepaalde maatregelen van het wetsvoorstel te voorkomen.

Amsterdam, 27 juni 2006