U bent hier
Memo fiscaal verdragsbeleid
De notitie fiscaal verdragsbeleid van het ministerie van Financiën werd in 2020 geactualiseerd naar aanleiding van nationale en internationale ontwikkelingen. In dit memo gaan we in op een onderzoek naar de uitgangspunten uit de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 en de mate waarin deze uitgangspunten zijn gerealiseerd in de nadien afgesloten belastingverdragen. Daarbij adresseren we met name de afwijkingen van en aanvullingen op het OESO-Modelverdrag. Het betreft de belastingverdragen met Bulgarije, Chili, Colombia, Cyprus, Kosovo en Liechtenstein.
In het memo is per uitgangspunt uit de Notitie een korte toelichting opgenomen, waarin wordt uitgelegd wat de ratio is achter het uitgangspunt en hoe dit uitgangspunt in de daarna afgesloten verdragen tot uiting is gekomen.
We concluderen dat het verdrag met Bulgarije het meest in lijn in met de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020, terwijl het verdrag met Chili de minste overeenkomsten met de Notitie vertoont. We constateren dat de punten over inwonerschap voor subjectief vrijgestelde lichamen, beperkingen in de verdragsvoordelen voor VBI’s en exclusieve woonstaatheffing op renten zijn maar twee keer overgenomen. De doorwerking van de gebruikelijkloonregeling is zelfs slechts één keer overgenomen. Opvallend is dat pensioenfondsen in het verdrag met Chili vrijgesteld zijn van bronheffing op dividenden, maar niet van bronheffing op rentebetalingen. Van alle verdragen is enkel in het verdrag met Kosovo geen ab-voorbehoud voor dividenden opgenomen.
Dit memo is tot stand gebracht door de Sectie Internationale Fiscale zaken, bestaande uit de NOB-leden Aart Nolten (voorzitter), Simone Admiraal, Joep Bertrams, Cees-Frans Greeven, Margriet Lukkien, Hans Noordermeer, Aroen Rambhadjan, Evert-Jan Spoelder, Wibren Veldhuizen, Wouter Vosse, Johan van der Zande en Ludo Luijks (secretaris).