U bent hier

Informatieplicht op grond van de Dienstenwet: NOB-leden dienen cliënten vooraf te informeren over de NOB-beroepsregels

23 december 2009

De Europese Dienstenrichtlijn wil de belemmeringen voor het verrichten van diensten in een ander dan het eigen EU-land wegnemen. Nederland implementeert de hoofdverplichtingen uit de Dienstenrichtlijn door middel van de Dienstenwet, die op 28 december 2009 in werking treedt. De wet richt zich voornamelijk op overheidsinstanties en bevat onder meer bepalingen over vergunningstelsels, grensoverschrijdende informatie-uitwisseling met behulp van het Interne Markt Informatiesysteem (IMI) en bepalingen met betrekking tot de inrichting van een elektronisch consumentenloket (ConsuWijzer.nl) en het elektronische Dienstenloket voor dienstverleners (AntwoordvoorBedrijven.nl).

Daarnaast bevat de Dienstenwet een informatieplicht voor dienstverleners, die diensten verrichten als bedoeld in de Dienstenrichtlijn. Hieronder vallen ook belastingadviseurs gevestigd binnen de EU. Dienstverleners dienen tijdig voor het sluiten van de schriftelijke overeenkomst tot het verrichten van de dienst of, indien geen schriftelijke overeenkomst wordt gesloten, tijdig voor de aanvang van de dienstverlening bepaalde informatie te verstrekken, zoals naam, rechtspositie, rechtsvorm, het geografisch vestigingsadres, registratienummer KvK, btw-nummer, algemene voorwaarden, contractuele bepalingen m.b.t. forumkeuze, prijs en waar een klacht ingediend kan worden. Andere informatie hoeft de dienstverlener slechts op verzoek van de cliënt te verstrekken, zoals informatie over multidisciplinaire activiteiten en partnerschappen die rechtstreeks verband houden met de betrokken dienst, en over de maatregelen die de dienstverlener ter voorkoming van belangenconflicten heeft genomen. Zie hiervoor de door de Dienstenwet ingevoegde nieuwe afdeling 2a Boek 6 Titel 5 Burgerlijk Wetboek (artikelen 230a t/m 230f).
Een dienstverlener die gebonden is aan een gedragscode dient dit vooraf aan de cliënt te laten weten en verschaft op diens verzoek de betreffende gedragscode, alsmede het adres waar de gedragscode elektronisch kan worden geraadpleegd en de beschikbare talen waarin deze verkrijgbaar is (artikel 230b sub 13 en artikel 230d sub 4).

Zoals bekend zijn leden van de NOB gebonden aan het Reglement Beroepsuitoefening en de Bijzondere Gedragscode van de NOB. Leden van de NOB dienen hun cliënten dus op deze beroepsregels te wijzen, bijvoorbeeld via hun website en/of bij het uitbrengen van een offerte. Het Reglement Beroepsuitoefening en de Bijzondere Gedragscode van de NOB zijn te downloaden van de website van de NOB (http://www.nob.net/statuten-en-reglementen). Beiden zijn verkrijgbaar in het Nederlands en in het Engels.

Hoewel de mogelijkheid tot het indienen van een tuchtklacht bij de NOB vermoedelijk niet gezien kan worden als buitengerechtelijke “geschillenbeslechting”, zoals bedoeld in artikel 230b sub 13 en het informeren hierover dus geen verplichting is op grond van de Dienstenwet, is het tuchtrecht van de NOB uiteraard wel vermeldenswaard.