U bent hier

Goedkeuring (pro rata) aftrek voor BTW op aanleg gemeenschapsvoorzieningen

20 juli 2009

Op 24 juni is gepubliceerd het besluit "Omzetbelasting en compensatie van omzetbelasting bij publieksgerechtelijke lichamen" (CPP 2009-838, publicatiedatum 10 juni). Over dit besluit heeft overleg plaatsgevonden tussen de NOB en het ministerie van financiën. Dit overleg heeft geleid tot een aanvullende goedkeuring, die bij een nieuwe versie van het besluit zal worden opgenomen. De goedkeuring zal al wel direct gelden. Hieronder nemen wij de goedkeuring op. 

"Onderstaande tekst zal bij een nieuwe publicatie van het Besluit in § 2.5.2.3 worden ingevoegd na de tweede alinea. Inspecteurs zullen er echter reeds vanaf het van kracht worden van het huidige Besluit rekening mee houden. Indien zij een daartoe strekkende vraag krijgen zullen zij dus een standpunt innemen dat overeenstemt met hetgeen hierna is vermeld.
 
De kosten van aanleg van de gemeenschapsvoorzieningen moeten in deze situatie (overdracht om niet) worden aangemerkt als algemene kosten 1).In dat geval komt de toerekenbare omzetbelasting via de zogenoemde pro rata (eventueel) voor aftrek in aanmerking. Dat heeft tot gevolg dat in sommige gevallen de omzetbelasting drukkende op de kosten van aanleg van de gemeenschapsvoorzieningen niet volledig in aftrek kan worden gebracht. Ik acht dit ongewenst in de gevallen waarin deze omzetbelasting (indien rechtstreeks aan het compensatiegerechtigde lichaam in rekening gebracht) ingevolge de Wet op het BTW-compensatiefonds voor compensatie in aanmerking zou komen. Ik keur daarom het volgende goed.
 
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat ondernemers de aan de aanleg van gemeenschapsvoorzieningen toerekenbare voorbelasting in aftrek brengen in de gevallen waarin de gemeenschapsvoorzieningen om niet, of tegen een symbolische vergoeding worden overgedragen.
 
Voorwaarden
Ik verbind hieraan de voorwaarden dat:
-         Het een levering/overdracht betreft die, indien wél tegen vergoeding verricht aan heffing van omzetbelasting zou zijn onderworpen. Derhalve is geen aftrek mogelijk indien het bijvoorbeeld de overdracht van een park betreft.
-         De ondernemer geen aanspraak maakt op aftrek van voorbelasting indien en voor zover het compensatiegerechtigde lichaam geen recht op compensatie zou hebben indien de omzetbelasting rechtstreeks aan dat lichaam in rekening zou zijn gebracht. De ondernemer dient in het bezit te zijn van een schriftelijke verklaring van het desbetreffende lichaam waaruit blijkt dat, en in hoeverre, de over te dragen gemeenschapsvoorzieningen worden gebruikt voor compensatiegerechtigde doeleinden"

1) Zie onder meer HvJ 26 mei 2005, nr. C-465/03 (Kretztechnik AG)